vrijdag 7 september 2012

69 Hoop

Zo'n half jaar geleden schreef ik in het artikel "Glorie aan God" over hoe ik werd verlost van een hardnekkige zonde die mij zeer lange tijd het leven verziekte. Van het ene op het andere moment werd ik van deze zonde, die wij mensen ook wel verslaving noemen, bevrijd in de Naam van Jezus Christus, door het gebed van een tweetal dierbare Christenbroeders.

Heeft dit iets te betekenen?

Voor mij wel, het bewijst mij
1. dat Jezus Christus een levende Verlosser is en van mij houdt
2. dat het Schriftwoord waar is:
“Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.” (Jakobus 5:16 HSV)

Ik ben "genezen" van deze verslavende zonde en kan de gedachte er aan toe te geven bijzonder gemakkelijk weerstaan.
Wat een genade!
Wat een ander leven!
Wat een bewijs van Gods Liefde en wat een bewijs dat Zijn Woord waarheid is.

Weet u wat nu zo mooi is?

Als Zijn Woord inderdaad waarheid is, is er ook hoop! Hoop op verlossing, hoop op genade, hoop op liefde!

Tallozen hebben geen hoop meer of hebben hun hoop op de verkeerde zaken gevestigd.
Toen het volk Israël in de woestijn was, onderweg van Egypte naar het Beloofde Land, en Mozes lange tijd op de berg verbleef, maakten zij een gouden kalf en aanbaden dat. God strafte hen zwaar en leerde hen hun hoop niet op iets materieels zoals bijvoorbeeld een gouden kalf te vestigen.

Zo hoeft vandaag de dag ook niemand de hoop te koesteren gelukkig te worden door een materieel iets. Vestig ook je hoop niet op mensen, deze vallen zonder uitzondering allemaal wel eens tegen, zoals u en ikzelf anderen ook wel eens (zullen) teleurstellen!
Een actueel voorbeeld:
al vele jaren stemde ik op de ChristenUnie (voorheen RPF). Ik was ook van plan dit op 12 september weer te doen tot ik het volgende hoorde en vervolgens las:

Samenwonende homoseksuelen zijn van harte welkom om actief te worden binnen de ChristenUnie. Wel dienen ze de partijlijn te onderschrijven, waarin het huwelijk exclusief voorbestemd blijft voor een man en een vrouw en waarin het homohuwelijk wordt afgewezen. Dit zei lijsttrekker Arie Slob deze week in een gesprek met onze verslaggever Wilfred Scholten.

Met het standpunt dat iemand met een homoseksuele relatie in de partij voluit mag meedoen, toont Slob zich ruimhartiger dan zijn voorganger Andre Rouvoet, die vlak voor de verkiezingen van 2010 aangaf dat in de ChristenUnie een homo met partner geen functie kon krijgen. Dat standpunt herriep Rouvoet later, maar toen was het kwaad al geschied. De ChristenUnie verloor onverwacht een zetel, ten dele door deze opstelling, zo bleek later uit een interne verkiezingsevaluatie. Deze vermeende anti-homo-houding van de ChristenUnie "vind ik pijnlijk, dat mag je best weten: dat doet mij zeer", aldus Slob.

In "Altijd Wat" zegt hij dat de homoseksueel die binnen de partij actief wil zijn, net als andere kandidaten wel langs een selectiecommissie moet om te bekijken of hij of zij "politiek geloofwaardig" is. Maar daarbij mag zijn privéomstandigheid dat een homo samenwoont met een partner geen criterium zijn om de kandidaat af te wijzen.

Slob: "Je mag aan tafel, mag meepraten, bent volwaardig lid van de ChristenUnie. Een volwaardig lid van de ChristenUnie mag ook opteren voor bepaalde functies in de frontlinie van de partij". Er zijn volgens de lijsttrekker ook al homoseksuelen in de partij actief. Over samenwonen - altijd een heikel punt binnen de partij die het huwelijk hoog in het vaandel heeft staan - zegt Slob dat het geen probleem is als mensen echt met overtuiging voor het partijprogramma kunnen gaan en dat op een integere wijze kunnen uitdragen en voor duurzame relaties zijn.
(bron: http://altijdwat.ncrv.nl/nieuwsblogs/gesprek-arie-slob)


Terecht dat buitenstaanders zeggen dat deze manier van handelen inconsequent is. Hoe kun je bovenstaand standpunt verdedigen als Christelijke partij. Gaan ze voorbij aan Gods Woord:
“Wanneer een man met een andere man slaapt, zoals men met een vrouw slaapt, dan hebben zij beiden iets gruwelijks gedaan...” (Leviticus 20:13a HSV)

Misschien zal het in de praktijk nooit gebeuren, maar het gegeven dat in theorie de mensen die op de ChristenUnie stemmen kunnen worden vertegenwoordigd door iemand die bewust een zondige levensstijl verkiest stelt mij teleur, is voor mij reden om af te haken...

Nee, er is er maar Eén waar je met recht je hoop op kunt vestigen en dat is de Drieënige God van Israël. Zijn Woord ís waarheid.

Hoop is zo belangrijk, het wordt niet voor niets in één adem genoemd met geloof en liefde:
“En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.” (1 Corinthiërs 13:13 HSV)

Paulus dankte God voor de gemeente te Thessalonica en prees hen vanwege hun geloof, liefde en hoop:
“Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader. Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God. Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid...” (1 Thessalonicen 1:2-5a HSV)

Hoop op betere tijden kan iemand uit de put krijgen, kan iemand motiveren om vol te houden. Niet voor niets is er een gezegde: "Hoop verloren, al verloren!"

De Christelijke hoop gaat verder dan dit leven, zoals Paulus schreef:
“Als nu van Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u dan zeggen dat er geen opstanding van de doden is? En als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden. Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” (1 Corinthiërs 15:12-22 HSV)

Onze hoop is niet gevestigd op de tientallen jaren die we (misschien) vanaf onze geboorte op deze aarde mogen doorbrengen, maar op de eeuwigheid welke we met de Drieënige God van Israël mogen beleven.

Lees hieronder hoe Paulus deze hoop beschrijft in zijn brieven aan Titus en de Hebreeën:
“Paulus, een dienstknecht van God en een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het geloof van de uitverkorenen van God en de kennis van de waarheid, die in overeenstemming met de godsvrucht is, in de hoop op het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, vóór de tijden der eeuwen beloofd heeft. En Hij heeft op de door Hem bestemde tijd Zijn Woord geopenbaard, door de prediking, die aan mij toevertrouwd is overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker. Aan Titus, mijn oprechte zoon overeenkomstig het gemeenschappelijk geloof: genade, barmhartigheid en vrede zij u van God de Vader en van de Heere Jezus Christus, onze Zaligmaker.” (Titus 1:1-4 HSV)

“Want toen God Abraham de belofte deed, zwoer Hij bij Zichzelf, omdat Hij bij niemand die hoger was, kon zweren. Hij zei: Voorzeker, rijk zal Ik u zegenen en overvloedig zal Ik u in aantal doen toenemen. En zo heeft hij de belofte verkregen na daar geduldig op gewacht te hebben. Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en de eed, die hun tot bevestiging dient, is het eind van alle tegenspraak. Omdat Hij aan de erfgenamen van de belofte overvloediger de onveranderlijkheid van Zijn raadsbesluit wilde bewijzen, heeft God die bekrachtigd met een eed, opdat wij door twee onveranderlijke dingen, waarin het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden. Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel. Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, Die naar de ordening van Melchizedek Hogepriester geworden is tot in eeuwigheid.” (Hebreeën 6:13-20 HSV)

Paulus beschrijft hier de hoop als "een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel". Niet een twijfelachtig afwachten, maar een vast en ONWRIKBAAR anker dat reikt tot de troon van God, omdat Messias Jezus ons voorgegaan is en God, Die niet liegen kan, Zich aan Zijn Woord houdt.

Een zekere J. van Duyvenbooden schreef over het "anker der ziel" in een Bijbels dagboek uit 1938:
Het anker is zoo'n allerbelangrijkst deel der scheepsuitrusting. Zonder anker te varen ware wel zeer roekeloos - een goed gebruik van het anker is lang niet het minste van de scheepmanswijsheid. Zoo denkt geen schipper er over om, als het schip moet vastgelegd worden, het anker binnen boord te houden. Een anker binnen boord is geen anker maar een last. In de geestelijke stuurmanskunst zijn er maar al te velen die immer weer deze groote, ja, noodlottige dwaasheid bedrijven, dat zij in die tijd van nood het anker krampachtig binnen boord houden en "ach en wee" roepen als het overboord moet gaan.
Moet ik dit nader toelichten?
Ik heb zoo'n idee dat mijn lezers(essen) mij maar al te goed verstaan. Maar als het anker buiten boord ligt is de schipper ook nog niet altijd klaar. Wat baat het toch als het anker geen goeden grond heeft. Steenachtige gronden of zeer slappe gronden - zij houden het anker niet en het schip wordt weggeslagen in stormtijd. Slechts in het "binnenste heiligdom" is goede ankergrond. Dat is het vrij ontfermen Gods in Jezus Christus. Al wie daar buiten ankert, vergaat. En dan moet er ook goed ankertouw zijn. Dat moet van God gegeven en dagelijks onderhouden worden. Vooral op dat dagelijks onderhouden, dat is dagelijks nieuw en levend gemaakt worden, komt het aan. Zonder levend geloof geen levende hoop.
Hoe staat het met anker, ankertouw en ankergrond?


Wie deze onwrikbare hoop (nog) niet heeft, en zich slechts op dit korte leven concentreert, kan samen met Paulus zeggen:
“...Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij.” (1 Corinthiërs 15:32b HSV)

Echter, Paulus meende het niet. Hij hoorde niet bij hen die slechts bij dit leven stilstaan:
“Ik sterf elke dag, en betuig dit bij de roem die ik over u heb in Christus Jezus, onze Heere. Als ik, naar de mens gesproken, tegen wilde beesten heb gevochten in Efeze, wat voor nut heeft dat dan voor mij, als de doden niet opgewekt worden? Laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij. Dwaal niet: slecht gezelschap bederft goede zeden.” (1 Corinthiërs 15:31-33 HSV)

Paulus zei hier, met andere woorden, wat ik reeds eerder vermeldde:
“Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.” (1 Corinthiërs 15:19 HSV)

Onze hoop op Christus gaat gelukkig verder dan dit leven, wij worden zelfs middels onze wedergeboorte tot een "levende hoop":
“Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u.” (1 Petrus 1:3-4 HSV)

Als uw leven hopeloos, uitzichtloos lijkt, zoek dan Jezus Christus, Hij wil ook uw Verlosser zijn! Hij wil en kan uw leven veranderen zoals u nooit heeft kunnen denken.

Ik heb het zelf recentelijk opnieuw mogen beleven!

“Wie is er onder u die de HEERE vreest, die luistert naar de stem van Zijn Knecht? Als hij in duisternissen gaat en geen licht heeft, laat hij dan vertrouwen op de Naam van de HEERE en steunen op zijn God.” (Jesaja 50:10 HSV)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten