vrijdag 1 juni 2012

68 't is een vreemdeling zeker.......

In deze demissionaire periode, waarin politieke partijen elkaar weer voor van alles en nog wat (gaan) uitmaken om maar zoveel mogelijk stemmen te vergaren, wil ik proberen duidelijk te maken hoe we, volgens Gods Woord, met "vreemdelingen" dienen om te gaan. Dit omdat deze mensen nogal eens het onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer, maar zeker ook daarbuiten, zijn.

Wie zijn dan "vreemdelingen"?

De website www.vandale.nl geeft als betekenis voor het woord "vreemdeling":
1. buitenlander
2. onbekende

Je zou er nog het woord "allochtoon" aan toe kunnen voegen.

Hoe gaan wij met "vreemdelingen / allochtonen" om?
Wel, helaas zijn er tal van voorbeelden vanuit het (recente) verleden dat deze schepsels mensonwaardig worden behandeld, uitgebuit enz. Natuurlijk bestaan er wel wetten om deze medemensen te beschermen, maar wie kent er niet het Nederlandse gezegde: "regels zijn er om gebroken te worden......."

Even een klein voorbeeld, van het internet geplukt (bron nos.nl):

Teler Moerdijk vast voor uitbuiting

Toegevoegd: woensdag 30 mei 2012, 22:14
De Brabantse politie heeft in Moerdijk een champignonteler opgepakt. De man van 53 wordt verdacht van uitbuiting van zijn medewerkers.
De arrestatie volgt op een inspectie van drie weken geleden bij de Moerdijkse teler. Bij die inspectie van het Interventieteam Champignons, een samenwerkingsverband tussen onder meer het Openbaar Ministerie, de Inspectie SZW en de Belastingdienst, kwamen verschillende misstanden aan het licht.
Er waren op het moment van de inspectie 27 buitenlanders aan het werk, en geen van hen had een werkvergunning. Verder werd de administratie in beslag genomen vanwege verdenkingen van belastingontduiking.
Omdat er ook signalen waren van mensenhandel, begon het OM een strafrechtelijk onderzoek. Dat leidde tot de arrestatie van de teler. Hij is vastgezet.
In de zaak is vorige week een 36-jarige werkneemster van het champignonbedrijf aangehouden, zegt de politie. Zij wordt net als haar baas verdacht van betrokkenheid bij uitbuiting.


Natuurlijk is het feit dat deze buitenlanders hier illegaal werkten niet goed, maar menselijkerwijs wél te begrijpen. Naar alle waarschijnlijkheid niet door overvloed gedreven, zagen zij een kans om wat geld te verdienen voor zichzelf en/of hun familie. Dat zo'n champignonteler daar vervolgens misbruik van maakt is echter op geen enkele manier te rechtvaardigen. Helaas is hij niet de enige....

Wat zegt Gods Woord over "vreemdelingen"?

De eerste keer dat het woord "vreemdelingen" in de Herziene Staten Vertaling wordt gebruikt is in het boek Genesis. God spreekt tot Abram:
“Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.” (Genesis 15:13 HSV)

Een opmerkelijke profetie die we zien uitkomen als het volk Israël vanwege een hongersnood uitwijkt naar Egypte, waar Jozef op dat moment onderkoning was. Het volk blijft daar 400 jaren en wordt inderdaad op een afschuwelijke wijze onderdrukt.

U ziet het:
“Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon.” (Prediker 1:9 HSV)

Omdat Israël deze traumatische ervaring had, gaf God hen aan hoe ze met vreemdelingen dienden om te gaan:
“U mag een vreemdeling niet uitbuiten en hem niet onderdrukken, want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte.” (Exodus 22:21 HSV)

“U mag ook uw wijngaard niet nalopen en de afgevallen druiven van uw wijngaard niet oprapen. U moet ze voor de arme en voor de vreemdeling achterlaten. Ik ben de HEERE, uw God.” (Leviticus 19:10 HSV)

“En wanneer uw broeder in armoede raakt en met lege handen staat, dan moet u hem steunen, ook als hij een vreemdeling en bijwoner is, zodat hij bij u in leven blijft.” (Leviticus 25:35 HSV)

“Wanneer u de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker bij het binnenhalen van uw oogst niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen. U moet het laten liggen voor de arme en de vreemdeling. Ik ben de HEERE, uw God.” (Leviticus 23:22 HSV)

“De vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf, want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte. Ik ben de HEERE, uw God.” (Leviticus 19:34 HSV)

Wie begrijpt dit niet?
Vreemdelingen zijn onze medemensen, onze naasten, en die moeten we liefhebben als onszelf.

Wat echter als deze vreemdelingen zich misdragen?
Wel, zij hebben niet alleen rechten maar ook plichten. De vreemdelingen die destijds bij het volk Israël wilden verblijven dienden zich aan de wetten van God te onderwerpen:
“Eén wet is er voor de ingezetene en voor de vreemdeling die te midden van u verblijft.” (Exodus 12:49 HSV)

In het boek Leviticus noemt God een aantal gruwelijke zonden waar Israël ver van moet blijven en zegt dan:
“Maar ú moet Mijn verordeningen en Mijn bepalingen in acht nemen. U mag geen enkele van die gruweldaden doen, de ingezetene van het land niet, en ook de vreemdeling niet die in uw midden verblijft.” (Leviticus 18:26 HSV)

Er mocht geen onderscheid worden gemaakt tussen Israëliet en vreemdeling, ook niet als het om straffen ging:
“Wie de Naam van de HEERE lastert, moet zeker ter dood gebracht worden. Heel de gemeenschap moet hem zeker stenigen. Zowel de vreemdeling als de ingezetene moet zeker gedood worden als hij de Naam gelasterd heeft.” (Leviticus 24:16 HSV)

Deze woorden werden door Mozes tot het volk gesproken, hij eindigt met de woorden van God:
“Voor u geldt één recht, zowel voor de vreemdeling als voor de ingezetene, want Ik ben de HEERE, uw God.” (Leviticus 24:22 HSV)

De vreemdeling diende zich dus aan de wetten van God te houden, deze waren tegelijkertijd de wetten van het volk Israël. Iedere vreemdeling die destijds in het land Israël wilde wonen wist, of werd duidelijk gemaakt, waar hij zich aan diende te houden en wat de eventuele straffen waren. Hij mocht zijn eigen goden niet meenemen en vereren! Gods Woord is daar heel duidelijk over:
“U mag voor uzelf geen afgoden maken, u mag voor uzelf geen beeld of gewijde steen oprichten en u mag in uw land geen gebeeldhouwde steen zetten om u daarvoor neer te buigen, want Ik ben de HEERE, uw God.” (Leviticus 26:1 HSV)

Hoe kunnen we dit vergelijken met de Nederlandse situatie?

Het antwoord is simpel: de vergelijking gaat mank op het punt van het niet mee mogen nemen van hun goden en het vereren daarvan.
In een land met godsdienstvrijheid, waar het overgrote deel van de bevolking weinig of niets meer weet en/of wil weten van de God van Israël ontstaat een "geestelijk vacuum" waardoor andere godsdiensten als het ware naar binnen worden gezogen, een "paradijsje" voor Satan en zijn trawanten!

Jezus, het vleesgeworden Woord van God, zei:
“...Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” (Johannes 14:6 HSV)

Waar blijven we als volk als we die Waarheid loslaten en onze eigen waarheden aanhangen?
Hoe kunnen we anderen regels opleggen als we die zelf niet naleven? Wat moeten we met politici die het land regeren en zelf dronken achter het stuur van hun auto kruipen? Waarom heeft Geert Wilders zijn mond vol over de Joods-Christelijke cultuur van ons land terwijl hij tegelijkertijd, voor zover ik heb kunnen horen en/of zien, niets van de Joods-Christelijke God wil weten? Hoe kun je zo'n cultuur bewaren als de Joden niet worden beschermd tegen antisemieten en het aantal Christenen alleen maar afneemt? Is deze cultuur, gebouwd op Gods Woord, niet reeds aan het verwateren en dreigt deze in de toekomst niet op te lossen in wie-weet-wat?

Als we de absolute Waarheid verwerpen moeten we niet raar opkijken als vreemdelingen hun goden meebrengen en hier moskeeën e.d. bouwen: dat gebeurde vroeger in Israël als de Joden van God afdwaalden en dat gebeurt ook hier, we roepen het als volk over onszelf af!
Nederland was eens een Christelijk land. Tegenwoordig ziet het buitenland ons als een land waar vrijwel alles mag, want we verbieden wel maar staan ook oogluikend toe. Hoe diep zijn we gevallen.

Er is maar één conclusie mogelijk: Nederland is een z.g. zendingsland en dient, als volk, terug te keren tot de Drieënige God van Israël. Als dat gebeurt kijken we n.a.w. wel anders naar het begrip "godsdienstvrijheid" dat in mensenoren mooi,nobel en democratisch klinkt, maar naar mijn bescheiden mening een gruwel in Gods ogen is.
Is de psalmist niet duidelijk genoeg:
“Want al de goden van de volken zijn afgoden, maar de HEERE heeft de hemel gemaakt.” (Psalmen 96:5 HSV)


We keren nog even terug naar het begrip "vreemdeling":

In het boek Leviticus zegt God op een bepaald moment:
“...want het land behoort Mij toe. U bent immers vreemdelingen en bijwoners bij Mij.” (Leviticus 25:23 HSV)

Het volk Israël kon wel denken dat het hun land was, maar het land behoort God toe. Toen én nu! Zij mochten en mogen er als "vreemdelingen" wonen. Zie het maar als een vorm van erfpacht.
De apostel Paulus schrijft in zijn brief aan de Hebreeën over de geloofshelden van het Oude Testament:
“Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. En als zij aan het vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” (Hebreeën 11:13-16 HSV)

Zijn we niet allen vreemdelingen op deze aarde die aan God toebehoort?
Zijn we niet allemaal vluchtige passanten, op weg naar een eeuwige bestemming?

Laten we de Drieënige God, de Schepper van hemel en aarde, weer Zijn eer geven en elkaar liefhebben als onszelf. Zowel de ingezetene als ook de vreemdeling! Want wat gebeurt er als we Jezus Christus aannemen als onze Verlosser:
“Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken, en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,” (Efeziërs 2:13-19 HSV)

Dat is nog eens een heerlijke wetenschap. Een statusverandering van "vreemdeling" naar "huisgenoot van God"! Wat zou het leven in Nederland beter, gezegend worden als we ons zouden laten leiden door het Woord van God, want:
“Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (Psalmen 119:105 HSV)



*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten