dinsdag 17 mei 2011

53 De satanische "drieëenheid" : 1. de Slang, ook wel Draak genoemd

“Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.” (1 Petrus 5:8 HSV)

Over bijna elk persoon is wel iets positiefs te schrijven:
zelfs de meest afschuwelijke verkrachter en/of moordenaar is misschien heel lief voor zijn vrouw en/of kinderen.
Over Satan is echter niets, maar dan ook werkelijk helemaal NIETS positiefs te schrijven. Toch mogen we hem niet belasteren, de aartsengel Michaël deed dat ook niet:
“Michaël, de aartsengel, echter durfde, toen hij met de duivel redetwistte en een woordenwisseling had over het lichaam van Mozes, geen oordeel van lastering tegen hem uit te brengen, maar zei: Moge de Heere u bestraffen!” (Judas 1:9 HSV)

We dienen het oordeel aan God over te laten.

Satan, de gevallen engel, leidde, in de hemelse gewesten, een opstand tegen God. Uiteraard verloor hij en sindsdien probeert hij samen met zijn trawanten, die we demonen noemen, een kloof tussen God en Zijn schepsel, de mens, te slaan. Een kloof welke op geen enkele manier gedicht mag worden. Hij begon hiermee in het paradijs, de Hof van Eden, waar hij eerst Eva en daarna Adam misleidde. Door hem kwam de zonde in de wereld en doordat Adam en Eva naar hem luisterden, kreeg hij heerschappij over deze aarde. Hij loog niet toen hij Jezus trachtte te misleiden:
“Opnieuw nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg, en hij liet Hem al de koninkrijken van de wereld zien, met hun heerlijkheid, en zei tegen Hem: Dit alles zal ik U geven, als U knielt en mij aanbidt. Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel Hem gaan; en zie, engelen kwamen en dienden Hem.” (Mattheüs 4:8-11 HSV)

Jezus betwistte Satan's gezag over de wereld niet maar maakte overduidelijk dat er slechts Eén aanspraak maakt op aanbidding en dat is de Heere, onze God.
Satan zal hebben gejuicht toen onze Heiland aan het kruis op Golgotha stierf (hij is immers niet alwetend), maar wat zal hij hebben gekrijst van ellende toen de Messias weer verrees uit het graf en verzoening bewerkstelligde tussen God en de mens door Zelf als Brug een weg over de kloof te creëren.
Elk mens die gelooft dat Jezus de Verlosser is kan middels die Brug naar zijn/haar heerlijke bestemming: een eeuwig leven met God.

Sinds die dag probeert Satan uit alle macht om mensen bij die Brug vandaan te houden. Hij wordt immers niet voor niets "mensenmoordenaar" genoemd:
“U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.” (Johannes 8:44 HSV)

Elk mens die die Brug vertrouwt als middel om bij God te komen betekent voor hem één minder om over te heersen en in het verderf te storten. Zijn heerschappij over de aarde, samen met de gevallen engelen welke als vorsten regeren over landen en steden, komt in het geding. De apostel Paulus waarschuwt ons en vertelt ons wie onze grootste vijand is en dat is geen menselijk wezen:
“Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.” (Efeziërs 6:11-12 HSV)

Dat Satan en zijn demonen de aarde beheersen blijkt bijvoorbeeld uit het volgende tekstgedeelte waar de profeet Ezechiël eerst woorden van God krijgt om tegen de menselijke koning van Tyrus te spreken waarna hij ook het woord richt tegen de duivelse vorst van Tyrus, welke zelfs nog in de hof van Eden is geweest:
“Het woord van de HEERE kwam tot mij: Mensenkind, zeg tegen de vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE: Omdat uw hart hoogmoedig is geworden en u zegt: Ik ben God, ik zit op de zetel van God in het hart van de zeeën - terwijl u een mens bent en geen God - geeft u uw hart uit voor het hart van God. Zie, u bent wijzer dan Daniël, geen enkel geheim hebben zij voor u verborgen gehouden. Door uw wijsheid en door uw inzicht hebt u zich een vermogen verworven en gezorgd voor goud en zilver in uw schatkamers. Door uw grote wijsheid in uw handel hebt u uw vermogen vermeerderd en is uw hart hoogmoedig geworden vanwege uw vermogen. Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Omdat u uw hart uitgeeft voor het hart van God, daarom, zie, Ik ga vreemden over u brengen, de gewelddadigste van de heidenvolken. Zij zullen hun zwaarden trekken tegen de schoonheid van uw wijsheid en zij zullen uw luister ontheiligen. Zij zullen u in het graf doen neerdalen en u zult de dood van een dodelijk gewonde sterven in het hart van de zeeën. Zult u werkelijk in de tegenwoordigheid van uw moordenaar blijven zeggen: Ik ben God, terwijl u een mens bent en geen God, en u zich in de macht bevindt van hem die u verslaat? U zult de dood van onbesnedenen sterven door de hand van vreemden, want Ík heb gesproken, spreekt de Heere HEERE. Het woord van de HEERE kwam tot mij: Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed. U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd. Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub, uit het midden van de vurige stenen.” (Ezechiël 28:1-16 HSV)

Satan probeert altijd de mens dusdanig te bewerken en/of te bezitten dat deze zich van God vervreemdt.
Ik zal enige voorbeelden uit de Bijbel geven:
“En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.” (Lukas 22:31-32 HSV)

Satan wilde de discipelen graag eens "onder handen nemen", maar onze Verlosser vroeg aan onze Vader hun geloof te versterken, opdat zij hem konden weerstaan.

Een voorbeeld uit het Oude Testament:
“Toen stond de satan op tegen Israël, en hij zette David ertoe aan om Israël te tellen.” (1 Kronieken 21:1 HSV)

Satan verleidde David tot deze ijdele daad, wetende dat de Almachtige dit niet goedkeurde:
“En deze zaak was slecht in de ogen van God, daarom trof Hij Israël. Toen zei David tegen God: Ik heb zwaar gezondigd, omdat ik deze zaak gedaan heb. Maar nu, neem de ongerechtigheid van Uw dienaar toch weg, want ik heb heel dwaas gehandeld.” (1 Kronieken 21:7-8 HSV)

De geschiedenis van Job is ook zo'n duidelijk voorbeeld:
de Heer vraagt Satan om eens naar Job te kijken omdat er op de gehele aarde niemand zo vroom en oprecht is. Satan beweert vervolgens dat dat komt omdat deze zo gezegend is met vrouw, kinderen en rijkdom. De Heer staat dan Satan toe om Job alles, met uitzondering van zijn leven, af te pakken. Job gaat door een diep dal, wankelt, maar blijft toch volharden in het geloof en wordt daarom opnieuw gezegend door God.
Een belangrijk aspect uit dit verhaal is (ik schreef er al over in het artikel "Het is de wil van God...") dat Satan Job aanviel door middel van mensen:
“Toen deden Sabeeërs een inval en namen ze mee, en ze sloegen de knechten met de scherpte van het zwaard...” (Job 1:15 HSV)
“...De Chaldeeën stelden drie groepen op en pleegden een overval op de kamelen en namen ze mee, en sloegen de knechten met de scherpte van het zwaard...” (Job 1:17 HSV)


door middel van vuur uit de hemel (God kreeg de schuld!):
“...Het vuur van God viel neer uit de hemel en ontbrandde tegen de schapen en de knechten, en verteerde ze...” (Job 1:16 HSV)

ook door middel van de wind:
“En zie, een hevige stormwind kwam van over de woestijn en trof de vier hoeken van het huis, en het viel boven op de jonge mensen, zodat zij stierven...” (Job 1:19 HSV)

en door ziekte:
“Toen ging de satan weg van het aangezicht van de HEERE en hij trof Job met vreselijke zweren, van zijn voetzool af tot aan zijn schedel.” (Job 2:7 HSV)

Nu een afschuwelijk voorbeeld, uit het Nieuwe Testament, waar Satan een mens tot misdaden aanzet:
Toen voer de satan in Judas, die de bijnaam Iskariot had, die bij het getal van de twaalf behoorde. En hij ging weg en sprak met de overpriesters en bevelhebbers van de tempelwacht hoe hij Hem aan hen zou overleveren.” (Lukas 22:3-4 HSV)

Judas' geloof in Jezus was te weinig om hem tegen Satan te beschermen. Het gevolg was dat hij de Messias verraadde en daarna, uit wroeging, zelfmoord pleegde:
“Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilveren penningen bij de overpriesters en de oudsten terug en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? U moet maar zien. En nadat hij de zilveren penningen de tempel in gegooid had, vertrok hij. Hij ging heen en hing zich op.” (Mattheüs 27:3-5 HSV)

Weer een slachtoffer van Satan! Helaas zijn er door de eeuwen heen velen geweest die, beïnvloed/bezeten door deze duivel, de meest afgrijselijke misdaden hebben gepleegd. Denk maar aan een aantal incidenten uit het recente verleden:
- de schietpartijen op (Amerikaanse) scholen met vele doden
- sexueel misbruik, zelfs van babies
- het vermoorden van babies en peuters in een crèche in België
- de schietpartij in een winkelcentrum in Alphen a/d Rijn

Begrijpt u nu waarom Jezus zegt:
“...Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;” (Mattheüs 5:44 HSV)

Diegenen die deze gruwelijkheden begaan, zijn mensen als u en ik, maar zij hebben zich laten misleiden.

Satan misleidt niet alleen mensen om ze tot misdaden te bewegen, hij slaat ze ook met ziekten:
“En zie, er was een vrouw die achttien jaar lang een geest had die haar ziek maakte en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. En toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tegen haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. En Hij legde de handen op haar en zij werd onmiddellijk weer opgericht en verheerlijkte God. En het hoofd van de synagoge, die verontwaardigd was dat Jezus op de sabbat genas, antwoordde en zei tegen de menigte: Er zijn zes dagen waarop men moet werken. Kom dan daarop en laat u genezen, maar niet op de dag van de sabbat. De Heere dan antwoordde hem en zei: Huichelaar, maakt niet ieder van u op de sabbat zijn os of ezel van de voederbak los en leidt hem weg om hem te laten drinken? En moest dan deze vrouw, die een dochter van Abraham is en die de satan, zie, nu achttien jaar gebonden had, niet losgemaakt worden van deze band op de dag van de sabbat?” (Lukas 13:11-16 HSV)

Ik ben ervan overtuigd dat menig zieke (denk aan de psychisch zieken) gebonden is door Satan en zijn leger.
Waarom zou hij zijn werkwijze veranderen?
Naarmate het ongeloof in de God van Israël toeneemt en men ook niet meer gelooft in de duivel wordt het voor hem alleen maar gemakkelijker.
Vergeet overigens niet dat gezien het feit dat hij de macht heeft om mensen met ziekten te slaan, hij ze ook weer "wonderbaarlijk" kan genezen. Hij haalt werkelijk alles uit de kast om mensen te misleiden.

De apostel Paulus werd ook geplaagd door één van Satan's engelen:
“En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan.” (2 Corinthiërs 12:7-8 HSV)

De "doorn in het vlees" werd hem gegeven opdat hij niet verwaand zou worden. Wat deze "doorn in het vlees" precies was weten we niet maar dat het een hinder voor hem was moge duidelijk zijn. Helaas, zijn smeekbede aan de Heer om verlossing bleek vergeefs:
“Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.” (2 Corinthiërs 12:9-10 HSV)

Gods Genade moet genoeg voor ons zijn. Als wij zwak zijn, geplaagd worden door mensen en/of demonen, kan Christus' kracht openbaar worden.

Satan is een geweldige na-aper.
Als Mozes en zijn broer Aäron bij Farao komen gebeurt het volgende:
“Toen kwamen Mozes en Aäron bij de farao en deden precies zoals de HEERE geboden had. Aäron wierp zijn staf neer voor de farao en voor zijn dienaren en hij werd tot een slang. Maar de farao op zijn beurt riep de wijzen en de tovenaars, en ook zij, de Egyptische magiërs, deden met hun bezweringen hetzelfde. Want ieder wierp zijn staf neer en zij werden tot slangen, maar de staf van Aäron verslond hun staven.” (Exodus 7:10-12 HSV)

De Heer veranderde de staf van Aäron in een slang. Satan veranderde de andere staven in slangen maar moest toch weer het onderspit delven.

Satan imiteert God in alles, voor zover in zijn mogelijkheden ligt. Hij doet zich zelfs voor “...als een engel van het licht. Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn naar hun werken.” (2 Corinthiërs 11:14b-15 HSV)

Satan gebruikt valse profeten om de Gemeente van Christus binnen te dringen. Deze zullen wonderbaarlijke dingen doen in een poging de oprechten te misleiden:
“Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. Aan hun vruchten zult u hen herkennen. Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels?...Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” (Mattheüs 7:15-16 en 21-23 HSV)

Het zal dus gebeuren dat mensen die demonen hebben uitgedreven zélf verloren gaan. Zo ver gaat Satan dus in zijn strijd tegen de mens!
Toch keert hij zich soms direct tegen mensen welke de Naam van Jezus misbruiken:
“En enkele van de rondtrekkende Joodse duivelbezweerders waagden het de Naam van de Heere Jezus uit te spreken over hen die boze geesten hadden. Zij zeiden: Wij bezweren u bij Jezus, Die door Paulus gepredikt wordt. Het waren zeven zonen van Sceva, een Joodse overpriester, die dit deden. Maar de boze geest antwoordde en zei: Jezus ken ik en van Paulus weet ik af, maar u, wie bent u? En de man in wie de boze geest zich bevond, sprong op hen af en toen hij hen overmeesterd had, bleek hij sterker dan zij, zodat zij naakt en gewond uit dat huis vluchtten.” (Handelingen 19:13-16 HSV)

Deze mannen waren zelf geen volgelingen van Jezus, anders hadden ze Hem wel anders omschreven, en deden zich ook niet als zodanig voor. De demonen hoefden dus niet bang te zijn om te worden uitgedreven en overmeesterden deze mannen aangezien ze ook niet bruikbaar waren als valse profeten.

Onderschat de tegenstander niet!
Nog is hij heerser over de aarde, ook al legt de Almachtige hem beperkingen op. De wereld kreunt nog steeds onder het juk van de boze:
“Wij weten dat wij uit God zijn en dat de hele wereld in het boze ligt.” (1 Johannes 5:19 HSV)

“Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid,” (Efeziërs 2:1-2 HSV)

“Een dienstknecht van de Heere moet geen ruzie maken, maar vriendelijk zijn voor allen, bekwaam om te onderwijzen, en iemand die de kwaden kan verdragen. Hij moet met zachtmoedigheid hen onderwijzen die zich verzetten. Misschien geeft God hun eens bekering, zodat zij tot erkenning van de waarheid komen en zij weer mogen ontwaken uit de strik van de duivel, door wie zij levend gevangen waren om zijn wil te doen.” (2 Timotheüs 2:24-26 HSV)


Een oprecht en gehoorzaam Christen hoeft echter niet bang te zijn voor Satan:
“Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.” (Jakobus 4:7 HSV)

Met de juiste middelen kunnen we Satan weerstaan:
“Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.” (Efeziërs 6:13-18 HSV)

Satan houdt niet van een gelovig gebed of het oprecht gebruik van Gods Woord en ZAL op de vlucht slaan!
Onze Heiland gaf ons het voorbeeld in het "Onze Vader":
“En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” (Mattheüs 6:13 HSV)

Toch moet een Christen altijd op zijn hoede zijn opdat hij/zij niet misleid wordt. Wederom verwijs ik naar een heel goed boek "Oorlog tegen de Heiligen - een leerboek over het werk van misleidende geesten onder de kinderen Gods" van Jessie Penn-Lewis (i.s.m. Evan Roberts, één van de belangrijkste leiders van de opwekking in Wales in 1904-1905).
Dit geeft inzicht in de praktijken van Satan en zijn trawanten.

Satan laat graag mensen met "doden" communiceren omdat dit tegen het verbod van God ingaat:
Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is, die bezweringen doet, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die bij de doden onderzoek doet. Want iedereen die zulke dingen doet, is een gruwel voor de HEERE. En vanwege deze gruweldaden verdrijft de HEERE, uw God, deze volken van voor uw ogen uit hun bezit.” (Deuteronomium 18:10-12 HSV)

Koning Saul ging tegen dit gebod in en werd er, samen met zijn zonen, dodelijk voor gestraft:
“Toen zei Saul tegen zijn dienaren: Zoek een vrouw voor mij die geesten van doden kan bezweren, zodat ik naar haar toe kan gaan en door haar raad kan vragen. Zijn dienaren zeiden tegen hem: Zie, er is in Endor een vrouw die geesten van doden bezweert. Saul vermomde zich, trok andere kleren aan en ging op weg, en twee mannen met hem. Zij kwamen ‘s nachts bij de vrouw aan en hij zei: Voorzeg mij toch door de geest van een dode; roep voor mij op wie ik u zal zeggen. Toen zei de vrouw tegen hem: Zie, u weet wat Saul gedaan heeft, dat hij de dodenbezweerders en de waarzeggers uit dit land heeft uitgeroeid. Waarom spant u dan een valstrik voor mijn leven, om mij te doden? Saul zwoer haar bij de HEERE en zei: Zo waar de HEERE leeft, u zal om deze zaak geen straf overkomen. Toen zei de vrouw: Wie zal ik voor u oproepen? En hij zei: Roep Samuel voor mij op. Toen de vrouw Samuel zag, schreeuwde zij met luide stem. De vrouw zei tegen Saul: Waarom hebt u mij bedrogen? Want u bent Saul! De koning zei tegen haar: Wees niet bevreesd, maar wat ziet u? Toen zei de vrouw tegen Saul: Ik zie een goddelijk wezen uit de aarde opkomen. Hij zei tegen haar: Wat is zijn gestalte? Zij zei: Er komt een oude man op, en hij heeft een mantel om. Toen wist Saul dat het Samuel was. Hij knielde met zijn gezicht ter aarde en hij boog zich neer. Samuel zei tegen Saul: Waarom hebt u mijn rust verstoord door mij op te roepen? Toen zei Saul: Ik ben in grote nood, want de Filistijnen strijden tegen mij en God is van mij weggegaan: Hij antwoordt mij niet meer, niet door de dienst van de profeten, en ook niet door dromen. Daarom heb ik u geroepen, om mij te laten weten wat ik doen moet. Toen zei Samuel: Waarom raadpleegt u míj dan, als de HEERE van u weggegaan is en uw vijand geworden is? Want de HEERE heeft gedaan zoals Hij door mijn dienst gesproken heeft: Hij heeft het koninkrijk van uw hand gescheurd en dat aan uw naaste gegeven, aan David. Omdat u niet naar de stem van de HEERE geluisterd hebt, en Zijn brandende toorn niet uitgevoerd hebt tegen Amalek, daarom heeft de HEERE u dit heden aangedaan. En de HEERE zal mét u ook Israël in handen van de Filistijnen geven, en morgen zullen u en uw zonen bij mij zijn; ook zal de HEERE het leger van Israël in handen van de Filistijnen geven.” (1 Samuël 28:7-19 HSV)

Het is ernstig verboden door God om doden te raadplegen, dus ligt Satan op de loer om argeloze mensen te misleiden. In plaats van een geliefde te spreken wordt er contact met een demoon gelegd, met alle afschuwelijke gevolgen van dien. Deze gevallen engelen kennen namelijk alle details van de levens van de overledenen en kunnen dus "bewijzen" terugkoppelen.
Blijf a.u.b. uit de buurt van mediums zoals bijvoorbeeld Derek Ogilvie of Char, doe niet mee aan spelletjes zoals "glaasje draaien" e.d. !

Satan wordt ook wel "slang" of "draak" genoemd:
“En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.” (Openbaring 12:9 HSV)

Deze slang wil gelijk zijn aan de Almachtige, maar zal worden bestraft:
“Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste. Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil!” (Jesaja 14:12-15 HSV)

Hoe anders is onze Verlosser:
“Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” (Filippenzen 2:5-8 HSV)

Bestaat er een duidelijker voorbeeld van de tekst:
“Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.” (Lukas 14:11 HSV)

In het volgende artikel hoop ik Satan's handlangers "het beest" en "de valse profeet" te bespreken.


*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten