In Handelingen 2 wordt beschreven hoe Petrus, vlak na de uitstorting van de Heilige Geest, in Jeruzalem een toespraak hield, waarbij hij eindigde met de woorden:
“Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.” (Handelingen 2:36 HSV)
Toen het volk dit hoorde vroegen zij: "Wat moeten we doen, broeders?"
“En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal.” (Handelingen 2:38-39 HSV)
Op dat moment werd de eerste Christelijke gemeente/kerk geboren:
“Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd. En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.” (Handelingen 2:41-42 HSV)
Zo'n drieduizend mensen vormden met elkaar een gemeenschap!
Nu, twintig eeuwen later, gebeurt dat nog: Christenen vormen samen een gemeenschap om de God van Israël te loven, te prijzen en te danken, om zich samen te laten (op)voeden door Gods Woord en om het Evangelie van Jezus Christus uit te dragen in de wereld.
Onze Verlosser noemden Zijn volgelingen "het zout van de aarde" en "het licht van de wereld" (Mattheus 5:13-14 HSV), die benamingen brengen grote verantwoordelijkheden met zich mee. Zout heeft een zuiverende functie: Christenen dienen het Evangelie te verkondigen opdat onze medemensen door het bloed van Christus van hun zonden kunnen worden gezuiverd. Zout heeft ook een conserverende functie: Wij worden geacht Gods Woord, normen en waarden te bewaren. Licht heeft als taak de duisternis te verdrijven: ook dit is het gevolg van het verkondigen van het Evangelie op een liefdevolle manier. Licht is ook een baken van hoop.
Wat heeft de Christelijke kerk en met name de Rooms-Katholieke kerk, door de eeuwen heen, helaas veel "steken" laten vallen:
de Kruistochten, de Inquisitie, het verkopen van aflaten, het zegenen van wapens tijdens de 2de Wereldoorlog, de houding ten opzichte van het volk Israël, sexueel misbruik als gevolg van het celibaat enz.
Door de eeuwen heen zijn er oorlogen geweest tussen protestanten en katholieken, je vraagt je toch vertwijfeld af wat voor preken die mensen te horen kregen.......
Gelukkig heeft de Kerk ook veel dingen goed gedaan, maar, zoals altijd, worden de negatieve zaken het meest uitvoerig belicht en besproken.
Ook hier geldt dat de goeden moeten lijden onder de kwaden...
Het gevolg van dit alles is dat veel mensen de Kerk niet meer zien zitten: sommigen geloven wel, maar zijn dermate teleurgesteld en/of gefrusteerd door "de Kerk" en lopen er liever met een boog omheen.
Voor alle duidelijkheid: de Kerk is niet het gebouw, maar de mensen.
Alle Christenen tezamen vormen de Kerk (of Gemeente), helaas zitten er tussen de oprechte Christenen ook mensen welke de Liefde van God niet écht (b)lijken te kennen. Mensen, wiens geloof "verminkt" is vanwege sommige menselijke/kerkelijke tradities. Mensen, die wél wordt verteld dat ze zondaars zijn, maar die níet krijgen te horen dat ze geborgen zijn in de Vaderhand, als ze geloven in Jezus. Gebrek aan Bijbelkennis hebben ze schijnbaar niet, maar of ze Gods Woord ook begrijpen?
Kan een gelovige zonder de Kerk?
Kan een vis zonder water?
Gods Woord leert ons het volgende:
“Laten wij de belijdenis van de hoop onwrikbaar vast houden, want Hij Die het beloofd heeft, is getrouw. En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.” (Hebreeën 10:23-25 HSV)
Waarom mogen we niet wegblijven van "onze samenkomsten"?
“Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil. Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele. Als de voet zou zeggen: Omdat ik geen hand ben, ben ik niet van het lichaam, is hij daarom dan niet van het lichaam? En als het oor zou zeggen: Omdat ik geen oog ben, ben ik niet van het lichaam, is het daarom dan niet van het lichaam? Als het hele lichaam oog was, waar zou het gehoor zijn? Als het hele lichaam gehoor was, waar zou de reuk zijn? Maar nu heeft God de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft. Als zij alle één lid waren, waar zou het lichaam zijn? Nu echter zijn er wel veel leden, maar is er slechts één lichaam.” (1 Corinthiërs 12:4-20 HSV)
Als we ons niet aansluiten bij onze broeders en zusters doen we hen én onszelf tekort! Elke Christen ontvangt een gave, dit houdt tegelijkertijd in dat hij/zij andere gaven dus mist en daarvoor zijn/haar broeders en zusters nodig heeft. Want ook al hebben anderen misschien dezelfde gave als u en ik, toch gaat een ieder er op zijn eigen unieke wijze mee om.
We worden "lichaamsdelen" genoemd, kan een hand afzonderlijk van het lichaam functioneren?
Als we onze talenten niet delen met onze broeders en zusters, zijn we dan veel anders dan degene die zijn talent begroef ? (zie Mattheüs 25:14-30)
Een Christen kan niet en mag niet zonder broeders en zusters door het leven gaan, daar laat Gods Woord geen twijfel over bestaan.
In het volgende schriftgedeelte wordt nog eens aangegeven hoezeer onze Verlosser zelf Zijn Gemeente liefheeft en haar voedt en verzorgt:
“Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn. Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere de gemeente.” (Efeziërs 5:25-29 HSV)
Ik bid dat allen, welke zich nog niet hebben aangesloten bij hun broeders en zusters, deze woorden ernstig zullen nemen en zich zullen aansluiten bij een kerk/gemeente welke de Bijbel "van kaft tot kaft" als Gods Woord beschouwt, waar het offer van Jezus als dé Weg tot verzoening met God wordt gepredikt, waar eventuele tradities regelmatig tegen het licht worden gehouden om te voorkomen dat ze hindernissen worden, waar de gemeentelijke leefregels gehoorzaam worden nageleefd, waar de innige liefde tussen broeders en zusters (Rom. 12:10) heerst.
Alleen daar kan een Christen groeien in zijn/haar geloof tot eer van God!
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten