zaterdag 27 november 2010

45 Verdrietig? Depressief? Geef niet op, er ís hoop!

Soms lijkt het leven één groot tranendal, er gaat van alles mis:
mensen bedriegen, beroven, vernederen elkaar, gunnen elkaar het licht in de ogen niet, volwassenen vergrijpen zich aan kinderen, kinderen mishandelen weerloze bejaarden, huwelijken vallen uit elkaar, ouders moorden hun gezinnen uit en plegen daarna zelfmoord, zieken worden niet beter, geliefden overlijden, banen raken verloren, gedwongen verhuizingen enz. enz. enz.

Als ik 's avonds de hond (eigenlijk: het hondje!) nog een keer uitlaat, kijk ik graag, als het een heldere nacht wordt, naar de sterren. Ik denk dan bij mezelf: "Wat stellen wij mensen, met al onze drukte, eigenlijk voor in dit, in onze ogen oneindige, heelal? Hoe machtig is Onze Vader wel niet?"

Echter, ik weet ook wat het is om wanhopig en depressief naar diezelfde sterren te kijken en te denken: "Wat doe ik hier nog? Wat heeft het allemaal voor zin? IK WIL RUST IN MIJN HOOFD!" Ik weet wat het is om te huilen tot je geen tranen meer hebt. Ik weet wat het is om te merken dat er zelfmoordgedachten door je hoofd flitsen. Ik heb me diep ellendig gevoeld. Gelukkig is er Iemand die jou begrijpt en jouw leven wil én kan veranderen zodat het nooit meer hetzelfde zal zijn...

"Ja, dat zal wel," zal iemand nu denken, "maar daar wil ik nu net niets mee te maken hebben, ik ben toevalig wel seksueel misbruikt door een geestelijke (of erger: door een familielid), zo'n schijnheilige, die zegt dat ie een Christen is, maar intussen....."

Tja, dat is afschuwelijk en wie ben ik om woorden van troost te proberen uit te spreken, maar alle misdaden die ongelovigen of schijngelovigen plegen zeggen niets over de God van Israël, maar alles en alleen over henzelf. God zal rechtvaardig over hen oordelen!
Tegelijkertijd is Hij de Enige die jou rust en vrede kan geven.

Waarom al die ellende in deze wereld?
De reden waarom al die, hier bovengenoemde, verschrikkelijke dingen gebeuren, is deze:
“Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben.” (Romeinen 5:12 HSV)

Het gevolg hiervan is:
“Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.” (Romeinen 8:22 HSV)

De gehele schepping, mensen, dieren en planten, zucht onder de vloek van de zonde en wacht, net als een zwangere vrouw, op haar verlossing.

Een heel oud gezegde luidt: "als den angst meest is, so is Gods hulpe allernaest!". Door de jaren heen is er wat veranderd en klinkt het tegenwoordig zo: "als de nood het hoogst is, is de redding nabij!". Tegelijk met de nieuwere taal is ook God uit het gezegde verdwenen. Echter, ondanks dat de moderne mens nog maar weinig van de God van Israël wil weten, biedt Deze daarentegen nog steeds Zijn hulp aan!
Ga dus niet bij de pakken neerzitten, geef de moed niet op, houd vol.
Er is redding mogelijk!

Die redding is 2.000 jaren geleden reeds bewerkstelligd door de Zoon van de God van Israël. Om Hem draait ALLES, daar is onze jaartelling maar een klein voorbeeld van.
Hij is dé Zaligmaker en Redder, waarover Gods engel sprak in de droom van Jozef, nadat deze in stilte van zijn aanstaande, zwangere, vrouw wilde scheiden:
“Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.” (Mattheüs 1:20-21 HSV)

De herders in de velden buiten het stadje kregen een levensveranderende boodschap:
“En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere.” (Lukas 2:10-11 HSV)

De Verlosser werd als baby geboren in Bethlehem, een klein stadje in Israël. Toen Hij dertig jaren oud was begon Hij het volk te onderwijzen over Zijn Vader, Die ook Onze Vader wil zijn. Jezus genas vele zieken, liet overledenen, w.o. Lazarus, opstaan uit de doden. Hij was uiterst fel als Hij werd geconfronteerd met schijnheiligen, (diverse ontmoetingen met Farizeeërs en schriftgeleerden, zie bijv. Mattheüs 23:23-33), maar barmhartig ten opzichte van (berouwvolle) zondaars (denk aan het verhaal van de overspelige vrouw in Johannes 8:2-11).
Eén van Zijn discipelen, genaamd Judas Iskariot, verraadde Hem zodat Jezus uiteindelijk stierf aan het kruis op Golgotha.

Einde verhaal?

Nee, want Hij verrees, en daar hebben nu al gedurende zo'n tweeduizend jaren vele miljoenen mensen van getuigd.

Hoe heeft Hij ons dan gered?

God had bepaald dat om de zonden van het volk Israël te bedekken, er bloed geofferd moest worden op de ark des verbonds, welke in het Heilige der Heilge stond. Dit gebeurde eenmaal per jaar, de Grote Verzoendag (Jom Kippoer), zie ook Hebreeën 9:1-10.

Jezus, ook wel het Lam Gods (zie Johannes 1:29 en 36) genoemd, bracht hét ultieme offer, na Zijn hemelvaart:
“Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!” (Hebreeën 9:11-14 HSV)

God de Vader accepteerde het verzoenende offer en zond Zijn Heilige Geest naar de aarde. Deze was al door Jezus aangekondigd:
“En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.” (Johannes 14:16-17 HSV)

Zo kwam, op de eerste Pinksterdag, de Heilige Geest de discipelen helpen en nu, anno 2010, is Hij nog steeds actief in de harten van hen, die Jezus hebben toegelaten in hun harten.

Jezus vertelde het volk dat zij moesten worden wedergeboren. Ze begrepen echter niet dat het een geestelijke geboorte betrof. De Farizeeër Nicodemus vroeg daarom:
“...Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de schoot van zijn moeder ingaan en geboren worden?” (Johannes 3:4 HSV)

De geestelijke geboorte vindt plaats als een mens gelooft dat Jezus de Zoon van God is, Hem aanneemt als zijn Verlosser en Zijn voorbeeld en woorden, de Bijbel, wil opvolgen.
Dan neemt de Heilige Geest ook bij hem/haar Zijn intrek, om de nieuwe gelovige door het leven te leiden:
“Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.” (1 Corinthiërs 6:19-20 HSV)

Samen met de Heilige Geest kan een gelovige op een bepaald moment de volgende Schriftwoorden beamen:
“En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.” (1 Johannes 2:17 HSV)

"Stop," zullen sommigen nu denken of zeggen, "dat kan misschien wel zo zijn, maar waarom voel ik me nu dan zo ellendig, verdrietig, depressief?"

Wel, als een mens wordt wedergeboren zullen bij sommigen gevoelens en/of omstandigheden radicaal wijzigen, terwijl bij anderen dit een geleidelijk proces is. Een geestelijke geboorte is te vergelijken met een lichamelijke geboorte: we beginnen als baby en moeten groeien tot volwassenheid. Een wedergeboren mens begint ook als zuigeling:
“Leg dan af alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij. En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien,” (1 Petrus 2:1-2 HSV)

Een pas wedergeboren persoon is als een volwassen persoon die voor het eerst op schaatsen staat: eerst is er de "thrill" van "dit wordt geweldig!". Maar dan volgen de eerste meters en blijkt het allemaal best lastig: het gaat niet zonder pijnlijke valpartijen. Geeft iemand het dan op, blijft het voor altijd "achter een stoel krabbelen" geblazen. Wordt er niet opgegeven, dan zal de vaardigheid toenemen en vermindert het aantal valpartijen. Een ervaren schaatser moet echter toch oppassen: door zijn grote kunde wordt hij misschien overmoedig en kan hij door een scheur in het ijs een gigantische smak maken.
Bundelt hij echter zijn kunde met gezond verstand, dan zou hij wel eens de Elfstedentocht van 200 km. lengte kunnen uitrijden zonder noemenswaardige "uitglijders".
Menig nieuwe Christen beleeft de eerste weken na de wedergeboorte vanaf een roze wolk. Helaas, het aardse leven heeft de akelige gewoonte om problemen te veroorzaken (vergeet de rol van Satan niet) en dit gaat niet aan de deur van de wedergeborene voorbij. Echter, als deze vasthoudt aan Gods Woord en naar zijn Helper en Trooster, de Heilige Geest, luistert, dan maken deze problemen hem/haar alleen maar sterker. Hij/zij moet echter wel willen gehoorzamen en willen groeien in het geloof.

Hoe kunnen we dan groeien in het geloof?
“Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen. En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus.” (Efeziërs 4:10-15 HSV)

Door dagelijks biddend het Woord van God tot ons te nemen, als een spons die water opzuigt, en door ons te verbinden met onze broeders en zusters in een lokale gemeente, inclusief voorganger en oudsten, kunnen we groeien, en zullen we groeien, naar Christus toe!

En nu komt de onvermijdelijke vraag:
Willen wij groeien? Willen wij na verloop van tijd overgaan op vast voedsel? Of vinden we de melk wel voldoende? Of blijven we hangen in de geestelijke puberteit en worden we twistziek?
De Hebreeën kregen de volgende verwijten van de apostel Paulus:
“Over hem hebben wij veel dingen te zeggen, die moeilijk zijn om uit te leggen, omdat u traag geworden bent in het horen. Want hoewel u, gelet op de tijd, leraars zou moeten zijn, hebt u weer iemand nodig die u onderwijst in de grondbeginselen van de woorden van God. U bent geworden als mensen die melk nodig hebben en niet vast voedsel. Ieder immers die van melk leeft, is onervaren in het woord van de gerechtigheid, want hij is een kind. Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” (Hebreeën 5:11-14 HSV)

Een gelovige moet dus eerst geestelijk volwassen worden, voordat hij/zij écht onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Daarom is het ook dat Paulus schreef over een aan te stellen oudste:
“Hij mag geen pasbekeerde zijn, opdat hij niet verwaand wordt en daardoor onder het oordeel van de duivel valt.” (1 Timotheüs 3:6 HSV)

Op de weg naar geestelijke volwassenheid zullen er vele valpartijen plaatsvinden en zal er pijn worden geleden.
Maar......de aanhouder wint!
Gods Woord zegt het, via Paulus, zo mooi tegen de gemeente te Rome:
“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. En dat niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.” (Romeinen 5:1-5 HSV)

Kortom: wat er ook gebeurt, wat ons ook treft, in welke ellendige situaties we ook terechtkomen, HOUD VAST AAN HET GELOOF IN JEZUS, dan zul je wonderen mogen meemaken. Koning David schreef er over in een psalm:
“De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem.” (Psalmen 34:19 HSV)

De God van Israël, de Schepper van hemel en aarde, van de zon, maan en sterren, is zó groot en machtig, en toch kent Hij jóu beter dan jezelf:
“Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten. Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven. En Ik zeg u: Ieder die Mij belijden zal voor de mensen, die zal ook de Zoon des mensen belijden voor de engelen van God.” (Lukas 12:6-8 HSV)

Ik weet niet hoeveel haren ik op mijn hoofd heb, maar God weet het wel!
Jezus blijft ALTIJD bij ons:
“En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.” (Mattheüs 28:20 HSV)

Jezus komt ook weer terug naar deze aarde. Paulus schreef dat die wederkomst hetgene is waarop onze hoop is gevestigd:
“Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus.” (Titus 2:11-13 HSV)

Ik eindig dit artikel met Psalm 91, n.a.w. geschreven door Mozes, zo'n 1.300 jaren voor Christus' geboorte:

“Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest. Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht, voor de pijl die overdag aan komt vliegen, voor de pest, die in het donker rondgaat, voor het verderf dat midden op de dag verwoest. Al zullen er duizend vallen aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand-bij u zal het onheil niet komen. Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen, u zult de vergelding aan de goddelozen zien. Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent naderen. Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, zodat u uw voet aan geen steen stoot. Op de felle leeuw en de adder zult u trappen, u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen. Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken. Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,Ik zal hem Mijn heil doen zien.” (Psalmen 91:1-16 HSV)

Wat een geweldige beloften voor een ieder die zijn/haar leven aan Jezus, de Redder, toevertrouwt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten