dinsdag 21 juli 2009

34 Ongehoorzaamheid is even slecht als afgodendienst!

Na het avondeten, thuis, lezen we uit Gods Woord. We gebruiken hiervoor een z.g. Parallelbijbel, hierin staan de Staten Vertaling en de NBV. We lezen dan uit de NBV en raadplegen, i.g.v. twijfels over de vertaling, de SV.
Nog niet zo lang geleden lazen we 1 Samuël 15 over koning Saul. Hij kreeg opdracht van God, middels Samuël, om Amalek geheel uit te roeien:
“Zo zegt de HEERE van de legermachten: Ik heb acht geslagen op wat Amalek Israël aangedaan heeft, hoe hij zich tegen hem gekeerd heeft op de weg, toen hij uit Egypte kwam. Ga nu heen, en versla Amalek, en sla alles wat hij heeft met de ban. Spaar hem niet, maar dood hen van man tot vrouw, van kind tot zuigeling, van rund tot schaap, en van kameel tot ezel.” (1 Samuël 15:2-3 HSV)

Mannen, vrouwen, kinderen en baby's en ook alle dieren moesten worden gedood. Wat een onmenselijke opdracht!

Toch was het niet de eerste keer dat God zoiets van Zijn leiders vroeg. Abraham moest zijn enige zoon offeren en Jozua moest Jericho uitroeien op dezelfde wijze als de Heer aan Saul opdroeg:
“Maar de stad moet met de ban aan de HEERE gewijd zijn, de stad zelf en alles wat erin is. Alleen Rachab, de hoer, zal in leven blijven, zij en allen die bij haar in huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgestuurd hadden, verborgen heeft.” (Jozua 6:17 HSV)

Echter, waar Abraham (hij werd gelukkig op het laatste moment tegengehouden) en Jozua gehoorzaamden, ging koning Saul danig in de fout:
“Saul versloeg de Amalekieten vanaf Havila tot in de richting van Sur, dat tegenover Egypte ligt. Agag, de koning van de Amalekieten, greep hij levend, maar al het volk sloeg hij met de ban, met de scherpte van het zwaard. Maar Saul en het volk spaarden Agag, de beste schapen en runderen, en wat bijna het beste was, de lammeren en alles wat goed was. Zij wilden die niet met de ban slaan. Maar elk gebruiksvoorwerp dat waardeloos en vergaan was, sloegen zij met de ban.” (1 Samuël 15:7-9 HSV)

Als Saul vervolgens door Samuël wordt geconfronteerd met de feiten, probeert hij zich er nog uit te praten:
“Toen zei Saul tegen Samuel: Ik heb toch geluisterd naar de stem van de HEERE, en ben toch de weg gegaan waarop de HEERE mij gezonden heeft! Ik heb Agag, de koning van de Amalekieten, meegebracht, maar de Amalekieten heb ik met de ban geslagen. Het volk heeft van de buit genomen, schapen en runderen, het beste van wat onder de ban valt, om de HEERE, uw God, te offeren in Gilgal.” (1 Samuël 15:20-21 HSV)

Waar de verzen 7 t/m 9 aangeven dat Saul en zijn manschappen de koning en de beste dieren spaarden, probeert Saul in vers 21 de schuld betreffende de gespaarde dieren naar de soldaten te schuiven. Of de dieren werkelijk gespaard werden om ze te offeren is nog maar de vraag......maar het maakt niet uit, want Samuël zegt vervolgens tegen Saul:
“Maar Samuel zei: Heeft de HEERE evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen aan de stem van de HEERE? Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen. Want opstandigheid is een zonde van waarzeggerij, en tegenstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat u het woord van de HEERE verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat u geen koning meer zult zijn.” (1 Samuël 15:22-23 HSV)

Duidelijke taal: "Gehoorzamen is beter dan slachtoffer."
Wat voor zin heeft het om vroom te doen als je intussen niet doet wat God van je vraagt? Zien we een dergelijk gedrag vandaag de dag ook niet om ons heen, en bij onszelf?

Synoniemen van het in de tekst gebruikte "tegenstreven" zijn o.a. "rebellie" (dit woord vinden we ook terug in bv. Engelstalige Bijbels) en "onwil". De NBG gebruikt hier het woord "ongezeggelijkheid" en de NBV gebruikt "eigenzinnigheid".
Mogen we concluderen dat, Bijbels gezien, ongehoorzaam of eigenzinnig zijn gelijk is aan rebelleren en tegenwerken?

Welke Christen wil zijn/haar Schepper werkelijk tegenwerken?

Toch, ik breng het nog maar eens onder de aandacht, doen we dat!
Wij, Christenen, dienen ons diep te schamen.
Een voorbeeld:
in de "Harlinger Courant" las ik dat er gedurende het weekend door tien verschillende kerken e.d. erediensten worden gehouden. Voor alle duidelijkheid: Harlingen is een stad(je) in Friesland met ruim 15.000 inwoners.
Tien verschillende kerken, en we hebben nog veel meer "smaken". Wat moet een weldenkende ongelovige daar wel niet van denken:
immers, zijn "Baptisten" niet "Doopsgezind"?
Zijn "gewone" Gereformeerden niet Christelijk?
Zijn niet alle Christenen Evangelisch en Vrijgemaakt?
Waarom kunnen en willen sommigen niet met elkaar door één deur?

Is het niet zo dat het getuigenis van Christenen danig verzwakt (is) doordat we zoveel verschillende "richtingen" hebben gecreëerd en nog steeds creëren? Bovendien, als kerken eindelijk besluiten samen te gaan wordt er zoveel water bij de wijn gedaan, dat de wijn haar oorspronkelijke smaak verliest.....
Werken we dan mee of werken we tegen?

Terug naar de tekst kunnen we, vrij vertaald, stellen:
tegenwerken is even slecht als toverij en afgoderij!

Hebben we enig besef van waar we mee bezig zijn?
Wordt het niet tijd om te gaan doen wat van ons gevraagd wordt en de wrange vruchten van onze vrij- en eigenzinnigheid op te ruimen?

Wordt het niet tijd om gehoorzaam te worden aan Gods Woord zodat onderstaande teksten ook op ons van toepassing zijn:
“En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af. Want zulke mensen dienen niet onze Heere Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en mooie praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen. Want uw gehoorzaamheid is tot allen doorgedrongen. Ik verblijd mij dan ook over u en ik wil dat u wijs bent wat het goede betreft, maar ook oprecht wat het kwade betreft.” (Romeinen 16:17-19 HSV)


*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten