vrijdag 29 mei 2009

33 "Het is de wil van God.........."

Hoe vaak is die uitspraak, door de eeuwen heen, al ten onrechte gebruikt of zelfs misbruikt?
Allerlei toestanden en misstanden werden/worden gerechtvaardigd door te zeggen dat het de wil van God is. Kruistochten, inquisitiepraktijken, Jodenvervolgingen en ga zo maar door. Er rust een grote schuld op de Rooms-Katholieke Kerk door eeuwenlang het gewone volk de Schrift te onthouden. Mensen, welke waagden de Bijbel te vertalen, werden vervolgd en eindigden op de brandstapel.
Een zekere John Wycliffe werkte samen met een team mensen 15 jaar aan het vertalen van de bijbel, en het met de hand overschrijven. Toen hij klaar was, werden diegenen die de bijbel in het Engels lazen vervolgd en hun leven eindigde op de brandstapel. In 1384 stierf John Wycliffe, maar nog kreeg hij geen rust. Bijna 100 jaar na zijn dood werd zijn lichaam opgegraven en verbrand en zijn as werd verspreid.

Wiens wil werd er doorgedrukt?

Net als de engelen is de mens geschapen, niet als robot, maar met een eigen wil. De definitie van "wil"= "vermogen om met bewustzijn pogingen te doen tot het verrichten van een handeling, tot het nemen van een beslissing".
Het schepsel kan er dus voor kiezen om te gehoorzamen of om zijn eigen wil door te drijven.
Lucifer, één van de belangrijkste engelen, ging de fout in:
“Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste. Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil!” (Jesaja 14:12-15 HSV)

Zijn straf is vastgesteld en zal te zijner tijd worden uitgevoerd.
Wij, mensen hebben na de zondeval een herkansing gekregen door het offer van de Here Jezus, en kunnen nu dus kiezen om Hem te volgen of niet.
Als we besluiten de Heer te volgen, barst er onmiddellijk een strijd los tussen ons "vlees" oftewel onze oude natuur en de Heilige Geest, en helaas verliezen we nog wel eens een slag...........

Terug naar ons onderwerp. Wat wil God nu eigenlijk? En even belangrijk: wat laat God allemaal toe?

Voor de zondeval had God een open liefdevolle relatie met Adam en Eva en wandelde met hen door de Hof van Eden. Op een dag wandelde de Almachtige weer door de Hof en riep Adam (Gen 3:8-9) maar die durfde niet tevoorschijn te komen. Door ongehoorzaamheid was de open relatie onmogelijk geworden en vonden er grote wijzigingen plaats.
Toch wilde God die oorspronkelijk relatie terug en dáárom werd toen al de Verlosser aangekondigd (Gen. 3:15), met de volgende taak:
“Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.” (Lukas 19:10 HSV)

De Zaligmaker kwam om ons, verloren schapen, te zoeken en te verzoenen met onze Vader.

Dát is wat God wil: dat wij het verzoeningsoffer van Christus aannemen, Hem oprecht gehoorzamen en zo een liefdevolle relatie met de Drieënige God opbouwen!

Wat God niet wil is dat we anderen beschimpen, vervolgen of trachten uit te roeien. Zegt de Schrift niet:
“Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.” (Mattheüs 5:9-12 HSV)

“U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten. Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo? Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.” (Mattheüs 5:43-48 HSV)

Het is dus ook Gods Wil dat wij onze vijanden liefhebben en voor hen bidden, opdat wij kinderen van onze Hemelse Vader mogen zijn.
Wellicht komt onze vijand mede door ons gebed tot inkeer.

De Almachtige wil een relatie met ons hebben waarin we Hem liefhebben boven alles (Matth. 22:36-38) en onze naaste, óók onze vijanden, liefhebben als onszelf (Matth. 22:39 en Lukas 10:30-37), en onze medegelovigen liefhebben zoals Christus ons liefheeft (Joh. 13:34-35).
De Satan, daarentegen, wil deze relatie voorkomen en/of verstoren.
Hij wordt "mensenmoordenaar" (Joh. 8:44) genoemd en "“...gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.” (1 Petrus 5:8 HSV)

En de mens?
De Eeuwige kan, zijnde Almachtig, heel simpel elk mens bekeren, maar doet dat niet. Hij heeft de mens een eigen wil gegeven, en diens vrije keuze is bepalend. Wil hij/zij zich onderwerpen aan de Schepper of niet, al dan niet misleid door zijn eigen hart, zijn medemens of door Satan?

Ik wil hier graag de volgende stelling opwerpen:
God staat veel toe in onze levens, terwijl het niet Zijn wil is.

Neem het verhaal van Job. Het initiatief om Job om zijn geloof aan te vallen gaat van Satan uit:
“Toen antwoordde de satan de HEERE en zei: Is het zonder reden dat Job God vreest? Hebt Ú niet voor hem en voor zijn huis en alles wat hij heeft, een beschutting gemaakt? Het werk van zijn handen hebt U gezegend en zijn vee breidt zich steeds verder uit in het land. Maar steek toch Uw hand uit en tref alles wat hij heeft. Voorwaar, hij zal U in Uw aangezicht vaarwel zeggen.” (Job 1:9-11 HSV)

Satan vraagt God Job aan te pakken, maar dat doet onze Vader niet.
In vers 12 staat God Satan toe om Job te beroven van zijn zegeningen, en wat gebeurt er? Net als in de Hof van Eden, waar Adam zei: "...de vrouw die U gaf om bij mij te zijn..." (Gen. 3:12) krijgt God de schuld:
“Terwijl deze nog sprak, kwam er een ander en zei: Het vuur van God viel neer uit de hemel en ontbrandde tegen de schapen en de knechten, en verteerde ze; en ík ben maar als enige ontkomen om het u te vertellen.” (Job 1:16 HSV)

Als we de verzen 13 t/m 19 lezen, beseffen we dan wel hoeveel macht Satan heeft?
De tegenstander gebruikt (delen van) volkeren, vuur uit de hemel en de wind om Job schade toe te brengen, ook slaat hij Job met boze zweren en had hem vermoord als God dat niet verboden had. Onderschat zijn destructieve macht dus niet!

Toen Job hoorde dat al zijn kinderen waren omgekomen, zei hij:
“En hij zei: Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!” (Job 1:21 HSV)

Het volgende Bijbelvers zegt aansluitend over Job:
“In dit alles zondigde Job niet en schreef hij God niets ongerijmds toe.” (Job 1:22 HSV)

Als God Job ten overstaan van Satan roemt om zijn volhardend geloof, vraagt Satan of Job met ziekte mag worden geslagen. Ook dit staat God toe, onder voorbehoud dat Job niet mag worden gedood.
Als vervolgens Job van kruin tot voetzool onder boze zweren zit, spreekt zijn vrouw:
“Toen zei zijn vrouw tegen hem: Houd je nog steeds vast aan je vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf.” (Job 2:9 HSV)

Job's antwoord is echter overduidelijk:
“Maar hij zei tegen haar: Je spreekt zoals één van de dwaze vrouwen spreekt. Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.” (Job 2:10 HSV)

Waar het uiteindelijk om gaat is: veel ellende op allerlei gebied, ziekten of erger kunnen en zullen ons overkomen, maar niet omdat God het wil.
Hoeveel ellende halen we ons zelf op de hals door verkeerde keuzes?
God slaat degenen die niet anders willen, zoals bv. Farao en het volk Egypte welke 10 plagen te verduren kregen, of koning Herodes, welke door de wormen gegeten werd (zie Hand. 12:18-23).
Onze Vader staat toe dat de Gemeente wordt beproefd om de scheiding tussen de oprechte gelovigen en de schijnheiligen zichtbaar te maken.
Ook wordt toegestaan dat de "wereld" haar beproevingen krijgt waarbij Gods Geest tracht mensen tot inkeer te brengen.
Zo kan er iets moois ontstaan uit iets droevigs!
Onze Vader laat namelijk niet meer toe dan wij dragen kunnen:
“Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.” (1 Corinthiërs 10:13 HSV)

Het verhaal van Job eindigt met het gegeven dat:
“En de HEERE zegende het latere leven van Job meer dan zijn eerdere. Hij had veertienduizend schapen, zesduizend kamelen, duizend juk runderen en duizend ezelinnen. Hij kreeg zeven zonen en drie dochters. En hij gaf de eerste de naam Jemima, de tweede de naam Kezia, en de derde de naam Keren-Happuch. Zulke mooie vrouwen als de dochters van Job waren er in heel het land niet te vinden, en hun vader gaf hun een erfelijk bezit onder hun broers. Job leefde daarna nog honderdveertig jaar, en hij zag zijn kinderen en de kinderen van zijn kinderen, vier generaties.” (Job 42:12-16 HSV)

God is nog steeds een God van wonderen: beproevingen kunnen veranderen in zegeningen, zieken kunnen genezen!
“Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.” (Jakobus 5:14-16 HSV)

Wat er ook gebeurt, vergissen kan de Almachtige Zich niet!
Wél wil onze Vader op Zijn tijd een rechtvaardig oordeel in een genadig oordeel veranderen.

Kunnen wij ook die wil opbrengen, als we beschuldigend naar onze medemens kijken?
*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten