maandag 5 januari 2009

23 Verdeel en.....verzwak?

In het vorige artikel liet ik "doorschemeren" niet blij te zijn met de z.g. "Evangelische Verklaring".
De "vrijheid aangaande bijzaken" is, naar mijn bescheiden mening, alleen wenselijk voor diegenen die hun eigen ideeën niet willen loslaten.
Wat zegt de Schrift over deze gang van zaken?

Onze Heiland spreekt in Openbaringen 2 en 3 zeven gemeenten aan op hun fouten. Alle zeven belijden een gemeente van Christus te zijn, maar zijn toch hier en daar afgedwaald van het rechte pad.

Sommige gemeenten hadden last van "hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn" (Openb. 2:9). Vandaag de dag zien we een soortgelijk verschijnsel in gemeenten die beweren de waarachtige Joden te zijn, maar het niet kúnnen zijn omdat ze slechts als wilde takken geënt zijn op de stam (Rom. 11:16-21).

In andere gemeenten vond ontucht plaats, of vergat men de eerste werken of was men eenvoudigweg lauw.
Als ontucht (bijv. ongehuwd samenwonen) niet wordt aangepakt, men Bijbelse normen en waarden laat vervagen, en e.e.a. niet radicaal (=niet lauw) aanpakt, haalt men zich het ongenoegen van onze Heer op de hals:
“...bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.” (Openbaring 2:5 HSV)
“Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.” (Openbaring 3:16 HSV)

Gelukkig zijn er in de gemeenten ook “...enkele personen die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn.” (Openbaring 3:4 HSV)

Deze mensen laten zich niet in met dwalingen binnen hun gemeenten.
Uiteindelijk wordt ook binnen de gemeenten het kaf van het koren gescheiden en worden de waarachtige Christenen zichtbaar:
“Want ten eerste hoor ik dat er als u samenkomt in de gemeente verdeeldheid onder u is, en ten dele geloof ik dat. Want er moeten ook afwijkingen in de leer onder u zijn, opdat wie beproefd blijken te zijn, in uw midden openbaar komen.” (1 Corinthiërs 11:18-19 HSV)

Paulus geeft duidelijk aan dat er scheuringen ontstaan omdat er afwijkingen in de leer moeten zijn, zodat de oprechten openbaar worden. Deze "afwijkingen" kunnen over de hoofdzaak, het Evangelie van Christus, gaan, maar ook over wat sommigen "bijzaken" noemen. Uieindelijk probeert Satan altijd verdeeldheid te zaaien!

“Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God u van het begin verkoren heeft tot zaligheid, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u geroepen door ons Evangelie om de heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus te verkrijgen. Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief.” (2 Thessalonicen 2:13-15 HSV)

Hier spreekt Paulus zijn waardering en dank uit over de waarachtigen. Hij vraagt hen de inzettingen (dus niet alleen het Evangelie), zoals de apostel hen middels woord en brief heeft geleerd, te houden.
Hen wordt gevraagd vast te staan opdat zij “...geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden,” (Efeziërs 4:14 HSV)

"Vrijheid" leidt al snel tot verdeeldheid: waarom moeten Christenen, hun geloof in Jezus aan elkaar belijdende, vervolgens ruzieën over een te zingen loflied?

Christenen zijn verdeeld, door bijv. verkeerde Bijbeluitleg, tradities, eigenwaan of onwetenheid, en Satan lacht erom. Hij ziet een lichaam dat niet zo sterk is als het zou kunnen zijn.
Letten we dan niet op deze waarschuwingen:
“En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af.” (Romeinen 16:17 HSV)

“En wij bevelen u, broeders, in de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u afstand neemt van iedere broeder die ongeregeld wandelt en niet naar de overlevering die hij van ons ontvangen heeft.” (2 Thessalonicen 3:6 HSV)

Zou het hier werkelijk alleen om de hoofdzaak gaan? Waarom wordt er dan gesproken over een "ongeregelde wandel"?

Als we de verdeeldheid goedkeuren of accepteren, geven we dan niet God de schuld: had Hij niet duidelijker moeten zijn in Zijn Woord?

Of moeten wij leren gehoorzamen???

De "wereld" lacht nu om de verdeeldheid tussen Christenen, terwijl er is beloofd dat dat anders is als we (weer) één zijn?
“opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.” (Johannes 17:21 HSV)

Blijft een opwekking in het rijke Westen soms uit omdat we ons LATEN verdelen?
*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten