woensdag 24 februari 2010

40 Greet

23 februari 2010: mijn zus Greet is op 59-jarige leeftijd overleden.

In de herfst van 2007 werd ze opgenomen voor een operatie, welke voortijdig werd afgebroken omdat de artsen geen mogelijkheden meer zagen. Ze werd "opgegeven" en zou n.a.w. nog slechts een paar maanden te leven hebben.
Dat werden uiteindelijk dus bijna 2,5 jaren!

Vanmiddag, in het bijzijn van haar twee dochters, onze ouders, broers en zussen verliet haar geest haar zwaar geteisterde lichaam.

Met welke bestemming?

Greet groeide op in het Leger des Heils. Op 5 mei 1972 trouwde ze en verhuisde naar Gernsheim, Duitsland. Een paar jaar later verhuisde ze terug naar Ridderkerk, naar Bolnes.
Van een Christelijk geloof was niet veel meer te merken.
Ze kreeg samen met haar man twee schatten van dochters en verhuisde in 1982 naar de Achterhoek.
Vanwege onze verschillende levenswijzen en inzichten werd ons contact minder en minder.

Toen kwam die verschrikkelijke ziekte, en dan kruipt het bloed toch weer waar het niet gaan kan......

Greet zei wel in God te geloven maar niet in de Here Jezus en wilde eigenlijk niet echt over haar geloof praten. Ik heb het idee dat ze op een gegeven moment is afgeknapt op de verhitte discussies, ruzies en oorlogen over geloof enz.
Vanwege haar ziekte hebben we de laatste 2,5 jaren veel voor haar gebeden.
Vorige week donderdag, 18 februari, toen de familie werd verzameld om afscheid van Greet te nemen, omdat ze zienderogen zwakker werd, vroeg ik haar, toen ik even alleen met haar in haar kamer was, of ik voor haar mocht bidden. Ze zei: "Je mag altijd voor me bidden." Ik verbeterde mijn vraag en vroeg haar of ik mét haar mocht bidden. Ze keek me liefdevol aan, maar vertelde me dat ze dat niet wilde.

Daar sta je dan: machteloos! Hoe gaat dit verder?

De laatste maanden is dit vraagstuk meerdere malen onder mijn aandacht gekomen:
wat is de eeuwige bestemming van menigeen die niet in Christus (kunnen) geloven? Gaan deze mensen per definitie voor eeuwig verloren?

Wij, mensen, staan vaak zo snel met ons oordeel klaar, maar ik wil niet de fout maken die door menig Christen is gemaakt, t.w.: oordelen over andermans lot!
Door de eeuwen heen hebben Christenen zich hier aan bezondigd, neem als voorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk en haar Inquisitie: talloze andersdenkenden werden gemarteld en/of vonden de dood, werden veroordeeld door mensen, welke meenden daartoe het recht te hebben.
Vandaag de dag worden er nog steeds mensen ge- of veroordeeld door vrome Christenen, maar met welk recht?

Spoort de Schrift ons daartoe aan?

Wij mógen onze medemens niet (ver)oordelen, dat is voorbehouden aan de Almachtige:
“Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?” (Jakobus 4:12 HSV)

“Oordeel daarom niets vóór de tijd, totdat de Heere komt. Hij zal ook wat in de duisternis verborgen is aan het licht brengen, en de voornemens van het hart openbaar maken. En dan zal ieder van God lof ontvangen.” (1 Corinthiërs 4:5 HSV)

Christenen mógen niet oordelen over ongelovigen, mensen die buiten Gods Gemeente staan:
“Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn? Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg.” (1 Corinthiërs 5:12-13 HSV)

Christenen mogen, moeten wél oordelen over ongehoorzamen binnen de Gemeente, maar ook dan blijft het oordeel over de eeuwige bestemming aan God voorbehouden:
“Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden.” (Jeremia 17:10 HSV)

Er wordt bijvoorbeeld over een ongehoorzaam gemeentelid, welke met de vrouw van zijn vader leefde, geschreven dat, hoewel Paulus hem had veroordeeld en men hem aan Satan moest uitleveren (=de gemeente uitzetten!), zijn huidige bestaan verloren zou gaan, maar zijn “...geest behouden zal worden op de dag van de Heere Jezus.” (1 Corinthiërs 5:5 HSV)

Onbegrijpelijk toch, naar menselijke maatstaven?
Wij hadden wel anders geoordeeld.........

“En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken...En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” (Openbaring 20:12 en 15 HSV)

In de Schrift blijkt telkens weer dat eeuwig leven met God alleen mogelijk is als onze naam staat geschreven in het boek des levens.
Hoe zouden wij de inhoud van dit hemelse boek moeten kennen?
Nogmaals, omdat wij niet bij machte zijn om een gerechtvaardigd oordeel over een medemens uit te spreken, wordt het ons eenvoudigweg verboden!

Vanzelfsprekend wil ik, mij onthoudende van een oordeel, geen valse hoop geven aan twijfelenden. Ik wil slechts adviseren om het lot van de overledenen over te laten aan onze Schepper.
Uitgaande van onderstaande tekst mogen we erop vertrouwen dat oprechte Christenen eeuwig leven bij God zullen hebben:
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:16 HSV)

Aangaande alle overigen mogen we erop vertrouwen dat onze Heer en Heiland, Jezus Christus, welke het uiteindelijke oordeel van Zijn en Onze Vader heeft gekregen (Joh. 5:22), dit rechtvaardig zal doen:
“En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.” (Openbaring 19:11 HSV)

Tot slot, voor hen die de Here Jezus nog niet hebben aangenomen als hun Verlosser: denk er alstublieft eens ernstig over na!
Het is niet voor niets dat er geschreven staat:
“Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” (Johannes 14:6 HSV)
*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten