dinsdag 11 november 2008

18 To (o)be(y) or not to (o)be(y) - Gehoorzamen

Wat doe je als je iets wilt schrijven over "gehoorzamen" en je ook wordt bepaald bij "to be or not to be" (de bekende uitspraak van dhr. Shakespeare) ?
Inderdaad, je probeert het te combineren, want beide zaken zijn essentieel voor een Christen, en kunnen bijna niet zonder elkaar.
Vrij vertaald kunnen we de beroemde uitspraak als volgt weergeven: "je bent écht of je bent onecht", wat we weer kunnen omzetten naar: "je bent heilig of schijn-heilig", waarbij heilig staat voor "afgezonderd", oftewel: "apart gezet".
De wedergeboren Christen is nl. apart gezet, komt niet onder het oordeel Gods omdat de verzoening met God de Vader is bewerkstelligd door het offer van Christus de Zoon: de kinderen Gods zijn vrijgekocht! Slechts hun werken zullen worden beoordeeld, zie hiervoor ook het artikel "Kaf of koren".

Even terug in de tijd, naar het begin van de schepping: in de Hof van Eden waren Adam en Eva vrij in hun doen en laten en hadden slechts één beperking: ze mochten niet eten van de boom van kennis van goed en kwaad. We kennen allemaal het vervolg: verleid door Satan werden ze ongehoorzaam en maakten op die manier scheiding tussen God en henzelf (én hun nageslacht):
“Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” (1 Corinthiërs 15:21-22 HSV)

Alle nageslacht van Adam en Eva, dus wij ook, is vervolgens geestelijk dood geboren, zie David's uitroep in Psalm 51:
“Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.” (Psalmen 51:5 HSV)

Dáárom zegt de Heiland in Joh. 3:3 :
“...Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” (Johannes 3:3 HSV)

Is het niet opvallend dat peuters van alles geleerd moet worden, behalve hoe ze egoïstisch, ongehoorzaam of gemeen kunnen/moeten zijn? Dat zit als het ware "ingebakken".....

Ieder mens dient wedergeboren te worden om het Koninkrijk Gods te kunnen zien en om in gemeenschap met God te kunnen leven.

De rode draad door de Bijbel heen is Liefde (zie 1. Kor. 13), maar wat bewerkstelligt die liefde?
Zij zorgt er aan de ene kant voor dat God de Vader ons genadig is in vele opzichten, en aan de andere kant dat wij, Christenen, aan Christus gelijk willen zijn, en dus o.a. gehoorzaam willen zijn aan de Vader.
"To obey or not to obey" maakt onderscheid tussen wedergeboren Christenen en naam-christenen: je gehoorzaamt de Heer of je gehoorzaamt niet.....

Al vroeg in de Bijbel worden we er op gewezen dat God gehoorzaamheid verlangt van Zijn volk:
“Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.” (Exodus 19:5 HSV)

Tevens wordt Israël gewezen op de gevolgen van ongehoorzaamheid:
“Want al de mannen die Mijn heerlijkheid gezien hebben en Mijn tekenen, die Ik in Egypte en in de woestijn gedaan heb, en die Mij nu al tien keer op de proef gesteld hebben en niet naar Mijn stem hebben geluisterd, zij zullen het land dat Ik hun vaderen gezworen heb, niet zien! Ja, geen van allen die Mij verworpen hebben, zullen het zien!” (Numeri 14:22-23 HSV)

Zo zijn er vele teksten te vinden met beloften aan degenen die gehoorzamen en vervloekingen aan de opstandigen.

Wat leert het Nieuwe Testament ons allemaal over gehoorzaamheid:
“En het Kind groeide op en Het werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem. En Zijn ouders reisden elk jaar voor het feest van het Pascha naar Jeruzalem. En toen Hij twaalf jaar was en zij naar de gewoonte van het feest naar Jeruzalem gegaan waren, en die dagen tot het einde doorgebracht hadden, bleef het Kind Jezus, terwijl zij terugkeerden, in Jeruzalem achter zonder dat Jozef en Zijn moeder het wisten. Maar omdat zij dachten dat Hij bij het reisgezelschap was, gingen zij een dagreis ver, en daarna zochten zij Hem onder de familieleden en onder de bekenden. En toen zij Hem niet vonden, keerden zij terug naar Jeruzalem en zochten Hem daar. En het gebeurde dat zij Hem na drie dagen in de tempel vonden, terwijl Hij te midden van de leraars zat, naar hen luisterde en vragen aan hen stelde. Allen die Hem hoorden, stonden versteld van Zijn verstand en antwoorden. En toen zij Hem zagen, stonden zij versteld, en Zijn moeder zei tegen Hem: Kind, waarom hebt U ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. En Hij zei tegen hen: Waarom hebt u Mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van mijn Vader? En zij begrepen het woord niet dat Hij tot hen sprak. En Hij ging met hen mee en kwam in Nazareth en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.” (Lukas 2:40-51 HSV)

Christus was zijn ouders onderdanig! Een goed voorbeeld voor ons, immers, als Gemeente worden wij ook opgeroepen om gehoorzaam én onderdanig te zijn:
“Gehoorzaam uw voorgangers en wees hun onderdanig, want zij waken over uw zielen omdat zij rekenschap moeten afleggen, opdat zij dat mogen doen met vreugde en niet al zuchtend. Dat heeft immers voor u geen nut.” (Hebreeën 13:17 HSV)

We dienen niet alleen onze voorgangers/oudsten te gehoorzamen en te dienen, maar óók elkaar:
“Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de naam van onze Heere Jezus Christus. Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.” (Efeziërs 5:15-21 HSV)

In de wereld dienen we als Christenen gehoorzaam te zijn aan onze werkgevers en overheden:
“Vermaan de slaven dat zij hun eigen meester onderdanig zijn en dat zij hun in alles welbehaaglijk zijn, zonder tegen te spreken,” (Titus 2:9 HSV)

“Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber, hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen. Want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert;” (1 Petrus 2:13-15 HSV)

Ook dienen kinderen hun ouders te gehoorzamen:
“Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist.” (Efeziërs 6:1 HSV)

Bij dit alles is er natuurlijk wel één duidelijk voorbehoud:
“Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen.” (Handelingen 5:29 HSV)

Als wat mensen van ons vragen, verlangen of eisen indruist tegen Gods Woord, dan is het aan ons om standvastig te zijn en aan Hem gehoorzaam te blijven. Boven alles dienen we Hem te gehoorzamen aan Wie o.m. ook de wind en de zee (Matth. 8:27) en de onreine geesten (Mark. 1:27) gehoorzaam zijn, want uiteindelijk zal iedereen zijn knie moeten buigen voor deze Koning:
“Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden.” (Romeinen 14:11 HSV)

Dit alles schrijvende zal ik hierbij belijden dat ikzelf helaas niet altijd gehoorzaam ben, ik zit namelijk, net als u, nog steeds in een ongehoorzaam "omhulsel", waardoor ik zo nu en dan struikel. Belangrijk is echter om, als we struikelen, de zonde onder ogen te zien en haar te belijden. Eveneens moeten we niet "recht" proberen te praten, datgene waarvan de Schrift zegt dat het "krom" is.....

Zullen we proberen om net zo gehoorzaam te zijn als onze Verlosser?
“Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer gegeven om Hogepriester te worden, maar Hij Die tot Hem heeft gesproken: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt. Zoals Hij ook op een andere plaats zegt: U bent Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord. Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden. En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden.” (Hebreeën 5:5-9 HSV)

“En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” (Filippenzen 2:8 HSV)

Laten we elkaar bemoedigen en (indien nodig) vermanen, zodat NIET de volgende tekst op ons van toepassing zal zijn:
“Als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord door middel van deze brief, maak hem als zodanig bekend en laat u niet met hem in, opdat hij tot inkeer komt.” (2 Thessalonicen 3:14 HSV)

maar deze tekst:
“Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent. En, vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid.” (Romeinen 6:17-18 HSV)

Echt Christen zijn kan Bijbels gezien niet zonder gehoorzaam te zijn, ook Jakobus schrijft daarover, gehoorzaamheid is immers een goed werk:
“Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. Maar nu zal iemand zeggen: U hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien. U gelooft dat God één is en daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen. Maar wilt u weten, o nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood is? Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde? Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden? En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd. U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof. En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan? Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.” (Jakobus 2:17-26 HSV)

Laten we het geloof toch springlevend houden zodat de Heiland Zijn eigen vraag: “...Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?” (Lukas 18:8b HSV) met een volmondig "JA" zal kunnen beantwoorden!
*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten