zondag 26 augustus 2018

89 Schepping of toeval?

“Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.” (Romeinen 1:20 HSV)

Talloze mensen zoeken, buiten God om, naar de oorsprong en eventuele zin van het leven. Het komt op mij eerder over dat ze willen bewijzen dat God niet bestaat dan dat ze willen aantonen hoe het leven op deze planeet is ontstaan.
Is het allemaal begonnen met een oerknal (de "big bang") of een oersoep?

Als ik kijk naar de wereld (om het woord "schepping" nog niet te gebruiken) waarin wij leven, dan zie ik onder meer kunstzinnigheid en genialiteit:

Kunstzinnigheid
- de pracht van de bloemen met hun tekeningen en kleuren: “Let op de lelies, hoe zij groeien. Ze werken niet en spinnen niet, en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.” (Lukas 12:27 HSV)
- de bossen, de bergen, de meren, de zeeën kortom: de landschappen
- de dieren, de mensen

Niet voor niets worden er, door alle eeuwen heen, van deze onderwerpen prachtige afbeeldingen gemaakt.

Genialiteit
Die vind ik o.m. in het scheppingsverhaal, dat uitmondt in het kroonstuk: de mens:
“In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.” (Genesis 1:1-5 HSV)

Er is zonlicht nodig voor de levende schepsels, o.m. voor een aangename temperatuur en voor goed zicht. Er is een tijd om bezig te zijn en ook een tijd om te rusten: de dag en de nacht.

“En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water! En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water dat onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo. En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag. En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo. En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was.” (Genesis 1:6-10 HSV)

Alle levende schepsels hebben water nodig, ook is er droog land nodig voor het leven. Alles wat op het land leeft kan echter geen zout water verdragen, dus kwam er een oplossing: het water verdampt, laat het zout achter in de zeeën en oceanen en valt als zoete regen op het land. Samen met zoetwaterbronnen zorgt het voor ons.

“En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de derde dag.” (Genesis 1:11-13 HSV)

Vervolgens werd het groen geschapen: planten, bloemen, struiken, bomen. Deze geven vruchten en produceren zuurstof: Volgens onderzoek van de United States Forest Service blaast een gezonde Amerikaanse stadsloofboom met een stamdiameter van ongeveer 50cm, per dag 125gram zuurstof de lucht in. Ter vergelijking: een volwassene verbruikt gemiddeld bijna 7x zoveel zuurstof per dag. Zonder rekening te houden met andere factoren: voor 7 miljard mensen op aarde alleen al zouden dan 49 miljard bomen nodig zijn; en dan hebben we het nog niet eens over alle dieren die zuurstof nodig hebben om te leven.

De website "Wetenschap in beeld" vertelt:
Zuurstof wordt gevormd door middel van de fotosynthese bij planten en algen, en aan de hand van de groei van de planten valt te berekenen hoe veel zuurstof er vrijkomt. Omdat je een bos of de algen in een bepaald stuk water moeilijk kunt wegen, wordt de groei bepaald aan de hand van wiskundige modellen. Volgens deze berekeningen wordt elk jaar 280 miljard ton zuurstof gevormd op aarde. 46% daarvan wordt in zee gevormd, en 54% op het land. Dat betekent echter niet dat 46% van de zuurstof die de atmosfeer in gaat, door algen geproduceerd is. Er spelen namelijk wel meer dingen een rol, zoals de afbraak van stoffen en de hoeveelheid organische stoffen die in de bodem achterblijft en dus niet met zuurstof wordt afgebroken. De regenwouden van Zuid-Amerika, Afrika en Borneo maken de meeste zuurstof per vierkante kilometer aan, maar omdat het oppervlak van de wereldzeeën stukken groter is, wordt er op het land en in de oceanen in totaal ongeveer dezelfde hoeveelheid zuurstof geproduceerd. Algen maken deel uit van een wereldwijde zuurstofcyclus. Soms wordt plaatselijk zo veel zuurstof gevormd, dat het water het niet allemaal kan opnemen; dan verdwijnt de zuurstof in de atmosfeer. Op andere plaatsen wordt zuurstof uit de atmosfeer juist in het water opgenomen.

Alles wat leeft heeft zuurstof nodig waarbij het groen en de algen meer produceren dan dat ze verbruiken. Zo werden stap voor stap de ideale levensomstandigheden voor de mens gecreëerd. En...… toen deze woorden opgeschreven werden wist de mens nog niets over stikstof, zuurstof, waterstof, fotosynthese enz.!

“En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo. En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren. En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.” (Genesis 1:14-19 HSV)

Zoals de tekst al zegt: de zon, maan en sterren geven de tijd in al zijn vormen aan. Ook zijn de sterren richtingaanwijzers in het donker. Daar wisten en weten zeelui alles van.

“En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf! En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was. En God zegende ze en zei: Wees vruchtbaar, word talrijk, en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde! Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag.” (Genesis 1:20-23 HSV)

Langzamerhand werd de aarde gevuld met levende wezens.

“En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo. En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was.” (Genesis 1:24-25 HSV)

De landdieren komen er bij. Let op: nergens staat vermeld dat deze als voedsel voor de mens dienen.....

“En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!” (Genesis 1:26-28 HSV)

De omstandigheden waren optimaal voor de kroon van de schepping: de mens.
Niet gender-neutraal, maar mannelijk en vrouwelijk! De mens krijgt de grote verantwoordelijkheid om te heersen over alle andere levende wezens.

Er was zonneschijn, water, droog land, zuurstof - wat kreeg de mens als voedsel?

“En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen. Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo. En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.” (Genesis 1:29-31 HSV)

In den beginne was de mens een veganist! De dieren eveneens! Dit vinden we bijvoorbeeld terug in deze tekst (naar mijn idee gaat deze over het toekomstige duizendjarig rijk):
“Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund.” (Jesaja 11:7 HSV)

Maar dit even terzijde.
In de groenten en het fruit zitten de opbouwende, onderhoudende en geneeskrachtige stoffen die we nodig hebben voor ons lichaam. Ons lichaam - dat in vele opzichten geniaal is ontworpen. Ik ga er nu niet verder op in, maar het bestrijden van ziektes, het herstellen van (schaaf)wonden en breuken zijn toch een paar opmerkelijke zaken.

Is dit allemaal toeval of zit er een Schepper achter? Een Schepper met een oneindige liefde voor de mens. Hij gaf Zijn eigen Zoon Jezus om ons te redden van de zondeval die helaas ook plaatsvond en waardoor de dood zijn intrede deed in de wereld.

Schepping of toeval?

























Geen opmerkingen:

Een reactie posten