vrijdag 2 maart 2012

63 Romeinen 8:28-30 - " Amazing Grace "

Al vele jaren noem ik Romeinen 8:28 als mijn meest favoriete Bijbeltekst:
“En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.” (Romeinen 8:28 HSV)

De waarheid gebiedt me echter te zeggen dat dit niet geheel juist is. Hoe zou ik voorbij kunnen gaan aan Johannes 3:16 :
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:16 HSV)

Als je tijdens je leven slechts één Bijbelvers zou kunnen onthouden, dan kies je toch voor deze? Dit is dé kern van de Bijbel, van het Evangelie: het vertelt van de liefde van God voor de gehele wereld (dus ALLE mensen!) waardoor Hij Zijn eniggeboren Zoon Jezus opgeofferd heeft. ELK mens die in Hem gelooft gaat niet verloren maar heeft eeuwig leven.
Let op: er staat niet "krijgt eeuwig leven" maar "heeft eeuwig leven". Dit houdt in dat er op het moment dat iemand in Jezus gaat geloven er iets fundamenteels in hem/haar verandert. Mensen zeggen wel eens: "hij heeft het licht gezien" maar in dit geval kunnen we beter zeggen "het licht gaat weer aan".
"Het licht" dat in de Hof van Eden bij de zondeval uitging.

Terug naar Romeinen 8:28, dit is wel één van mijn favoriete Bijbelteksten en wel om de volgende reden:
dit vers bevat de grote, wezenlijke belofte dat God ons altijd in het oog heeft, dat, wát er ook gebeurt, Hij over ons waakt en óók de beproevingen, die veel en zwaar kunnen zijn, gebruikt om ons er beter van te laten worden. Misschien niet op de manier die wij graag zouden willen zien, maar op die manier waarvan God weet dat het de beste manier is, namelijk Zijn manier.

Ik besef bijzonder (ik wilde eigenlijk een ander woord gebruiken!) goed dat het in de praktijk niet meevalt om de betekenis van dit vers zo te zien en er op te vertrouwen. Je zult maar ziek zijn, of werkeloos rondlopen, of opgegeven zijn door de artsen of misschien iemand (of meerderen) hebben verloren. Ik kan er van getuigen dat, na zelf het een en ander te hebben meegemaakt (waaronder ontslag na 35 jaren, ik ben nu ca. twee jaar werkeloos), dat God deze dingen toelaat en gebruikt zodat ik er mettertijd beter van word. Misschien is een meer juist woord: completer.
Ik besef nu écht hoe iemand zich voelt die iemand verloren heeft of ontslagen is, en kan misschien op een door God gegeven moment anderen helpen, begeleiden tijdens beproevingen. Want hulp is er nodig, dat heb ik vandaag (donderdag 1 maart) nog aan den lijve ervaren...

De Prins der predikers, Ds. C.H. Spurgeon (1834-1892) schreef in zijn boek "Wonderen van de Heiland" over beproevingen het volgende:
"Indien gij met uw hemelse Vader omtrent een zeker verlies of een ziekte twist, zo verootmoedig u en maak vol schaamte aan die twist terstond een einde. O gij, die niet meer dan een kind zijt. Zo het ooit tot de vraag komt, wie er gelijk heeft. Een arm, onwetend, onervaren jeugdig wezen. Of een grote, goede, wijze Vader. Zo behoeven wij geen ogenblik in twijfel te staan. De wil van de Vader moet beter voor het kind zijn dan zijn eigen wil. Onderwerp u aan de Vader der geesten en leef. Geloof in uw Heere en wees stil. Jezus weet wat Hij doet. En waarom Hij het doet. Voor het verlies van uw gezondheid bestaat een reden. Voor die pijnen van het lichaam. Voor die zwaarmoedigheid. Voor dat gemis van voorspoed in uw zaken. Zelfs voor de toelating van de wrede lastertong om u wonden toe te brengen, bestaat een reden. En het is wel mogelijk, dat die reden gelegen is in de woorden van onze tekst: "Dit deed Hij om hem te beproeven." Gij moet op de proef worden gesteld. God geeft geen geloof, of liefde, of hoop, of enigerlei genadegave, zonder dat Hij de bedoeling heeft ze te beproeven. Als er een spoorwegbrug gebouwd wordt, zo geschiedt dit, opdat er locomotieven over heen zouden gaan, opdat alzo haar draagkracht wordt beproefd. Als er een weg wordt aangelegd, geschiedt dit, opdat het verkeer daarover plaats vindt. Ieder deel daarvan wordt door wielen en hoeven beproefd. Al is het maar, dat er een naald gemaakt wordt, zo moet deze toch beproefd worden door het werk dat er mee kan worden gedaan."

We gaan verder met vers 29:
“Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.” (Romeinen 8:29 HSV)

Dit vers werd me, een aantal weken geleden, tijdens een workshop van Gerard Krielaart onder de aandacht gebracht. Ik dacht nog: "hè, waarom niet vers 28?" maar werd vervolgens getriggerd door het woordje "want", dit verbindt namelijk de verzen 28 en 29 !

God gebruikt alle dingen ten goede omdat wij aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig mogen worden en éénmaal zullen zijn! Wij zijn daartoe bestemd !

“En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.” (Romeinen 8:28-29 HSV)

Wie zijn die "wij"?

Om dit juist te kunnen vaststellen hebben we ook vers 30 nodig:
“En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.” (Romeinen 8:28-30 HSV)

Voor wie laat God alle dingen meewerken ten goede?

Voor hen:

1. die Hij van tevoren gekend heeft
2. die Hij van tevoren bestemd heeft om aan het beeld van Jezus gelijkvormig te zijn
3. die Hij heeft geroepen
4. die Hij heeft gerechtvaardigd
5. die Hij heeft verheerlijkt

Dat is m.i. de juiste volgorde.

De Almachtige kan profeten laten spreken over toekomstige dingen omdat Hij weet wat er gaat gebeuren. Waarom God dingen doet zoals Hij ze doet blijft voor ons voorlopig nog een vraag:
“O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?” (Romeinen 11:33-34 HSV)

God heeft ons, oprechte Christenen, vóór de Schepping al gekend en uitverkoren:
“Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.” (Efeziërs 1:3-4 HSV)

In het boekje "Wat zegt de Bijbel er van?" omschrijft Ds. H.C. Endedijk (1926-2011) het "uitverkoren zijn" als volgt:
"Men kan alleen verantwoord over de verkiezing spreken, als men zichzelf zondaar weet voor het aangezicht van God. Het is niet waar dat God elk zoveelste mens uit pure willekeur tegen de muur zet. Nee, God geeft in Christus het heil aan de mens, die Hij uit vrije genade geroepen heeft."

In zijn boek "Iedere morgen en iedere avond" schreef Ds. C.H. Spurgeon het volgende over de uitverkiezing:
Welke uitwerking heeft de leer der uitverkiezing op een mens, voordat de Geest van God bij hem binnentreedt? De uitverkiezing is voor mijn bewustzijn een dode letter, totdat Gods Geest mij uit de duisternis roept tot Zijn wonderbaar licht. Dan zie ik door mijn roeping mijn uitverkiezing; mij door God geroepen wetende, erken ik mijzelf als uitverkoren van eeuwigheid. Een verbond werd er met de Heere Jezus opgericht door Zijn Vader; maar wat baat ons dat verbond, voordat de Heilige Geest ons de zegeningen ervan aanbrengt en onze harten opent om die te ontvangen?

God kent onze levensloop, al ver voor onze geboorte. Hij weet wie het offer van Jezus aanneemt en wie het afwijst. Zij die het aannemen zijn ertoe bestemd om aan het beeld van Jezus gelijkvormig te worden. Ze zijn geroepen door de Schepper van hemel en aarde:
“God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere.” (1 Corinthiërs 1:9 HSV)

Zij die van de God van Israël houden laten Zijn stem niet vergeefs klinken. Lazarus kwam terug uit de dood toen Hij werd geroepen (Joh. 12:17). De geroepen gelovigen werden en worden gerechtvaardigd door het offer van Jezus:
“God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn.” (Romeinen 5:8-9 HSV)

Na de rechtvaardiging volgt nog de ultieme stap: de verheerlijking.

Wat is dat eigenlijk: verheerlijking ?

Veel Engelstalige vertalingen gebruiken het bekende woord "glory".
Het Griekse woord is δοξα (doxa).
Dit betekent volgens de Strongs (een wereldberoemde Bijbelconcordantie, in 35 jaren geschreven door de Engelsman dr. James Strong (1822-1894)):

1) mening, oordeel, gezichtspunt
2) mening, schatting, hetzij goed of kwaad van iemand
2a) in het N.T. altijd een goede mening over iemand, met als gevolg lofprijzing, eer en heerlijkheid
3) schittering, helderheid
3a) van de maan, de zon, de sterren
3b) grootsheid, voortreffelijkheid, waardigheid, gratie
3c) majesteit
3c1) iets dat God toebehoort
3c1) de koninklijke majesteit die Hem toebehoort als opperste heerser, majesteit in de zin van de absolute volmaaktheid van God
3c2) iets dat aan Christus toebehoort
3c2a) de koninklijke majesteit van de Messias
3c2b) de absoluut volmaakte innerlijke en persoonlijke voortreffelijkheid van Christus: Zijn majesteit

3c3) van de engelen
3c3a) zoals blijkt uit hun uiterlijke glans
4) een hoogst heerlijke toestand, een verheven staat
4a) van die toestand bij God de Vader in de hemel waartoe Christus werd verheven nadat Hij zijn werk op aarde voltooid had
4b) de heerlijke toestand die is bestemd voor en beloofd aan de gelovigen in Christus na de wederkeer van hun Heiland uit de hemel


Kijk eens goed naar de cursieve en vette punten: door de verheerlijking worden wij uiteindelijk werkelijk gelijkvormig aan het beeld van Christus!

Wat een geweldige God is dat toch die ons zo wil zegenen. Hij hield al van ons toen wij nog zondaars waren. Wie kan dat begrijpen?

De Almachtige roept nog steeds mensen.
Heeft u al geantwoord?
Heeft u de deur opengedaan toen Jezus aanklopte?

Wat doet u met het Evangelie?

Ik sluit af met een gelijkenis van Jezus:
“Luister! Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. En het gebeurde bij het zaaien dat het ene deel van het zaad langs de weg viel; en de vogels in de lucht kwamen en aten het op. En een ander deel viel op steenachtige grond, waar het niet veel aarde had, en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. Maar toen de zon opgegaan was, verschroeide het, en doordat het geen wortel had, verdorde het. En een ander deel viel in de dorens, en de dorens kwamen op en verstikten het, en het gaf geen vrucht. En nog een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht; het kwam op en groeide, en het ene droeg dertig-, en het andere zestig-, en het andere honderdvoudig. En Hij zei tegen hen: Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.” (Markus 4:3-9 HSV)

Wat betekent dit?

Jezus legde het uit aan Zijn discipelen:
“En Hij zei tegen hen: Begrijpt u deze gelijkenis niet? En hoe zult u dan alle gelijkenissen verstaan? De zaaier is hij die het Woord zaait. En dit zijn zij bij wie langs de weg gezaaid is: in wie het Woord gezaaid wordt, en als zij het gehoord hebben, komt de satan meteen en neemt het Woord weg dat in hun hart gezaaid was. En evenzo zijn dit degenen in wie op de steenachtige grond gezaaid wordt: die, als zij het Woord gehoord hebben, het meteen met vreugde ontvangen, en geen wortel in zichzelf hebben, maar zij zijn mensen van het ogenblik; als er later verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelen zij meteen. En dit zijn zij bij wie in de dorens gezaaid wordt: zij horen het Woord, maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. En dit zijn zij bij wie in de goede aarde gezaaid wordt: zij horen het Woord en nemen het aan en dragen vrucht, de één dertig-, en de ander zestig-, en de ander honderdvoudig.” (Markus 4:13-20 HSV)

Laat u het zaad van het Evangelie verdorren of wilt u vrucht dragen?

Weiger toch niet de uitgestoken hand van God en Zijn verbazingwekkende genade...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten